This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Periode
Revoluties
Klas 9
Slide 1 - Slide
Standenmaatschappij
Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
Slide 2 - Slide
De 1e stand
De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters
Slide 3 - Slide
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.
Slide 4 - Slide
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, debourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.
Slide 5 - Slide
Deze les: Absolutisme
Nodig om te snappen waarom de Franse Revolutie uitbrak
Is een bestuursvorm. Onderdeel van een monarchie.
Leidde tot slecht bestuur.
Slide 6 - Slide
Lodewijk XIV
Absolutisme begon in Frankrijk begint met koning Lodewijk XIV
Geboren: 1638
Koning: 1643
Zelf regeren: 1661
Slide 7 - Slide
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV had onbegrensde macht
Macht niet beperkt door grondwet of parlement
Beslist alles zelf
Ministers slechts adviseurs
Dicteert de wetten (zijn wil is wet!)
Hoge adel van hem afhankelijk
Dwingt edelen om aan zijn hof te leven
Paleis van Versailles: toonbeeld van macht
L'etat, c'est moi!
De staat, dat ben ik!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Lodewijk XIV had als bijnaam de Zonnekoning!
Slide 10 - Slide
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV had absolute macht door: ‘Droit Divin’
Idee komt van Bossuet:
Koninklijk gezag = heilig
Macht was nodig
En God had dat geregeld
Wat betekent dit?
Opstand tegen koning
= opstand tegen God
= geen hemel voor jou
Slide 11 - Slide
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV:
Veel geldverslindende oorlogen
Fortuinen besteed aan paleis en luxe hofleven
Gevolg: Franse schatkist voortdurend leeg
Dus: Franse boeren en burgers steeds meer belasting betalen
Slide 12 - Slide
Het einde van Lodewijk XIV
Hij stierf in 1715
1. Liet een vrijwel failliet Frankrijk achter
2. Franse volk was zeer ontevreden
Opgevolgd door Lodewijk XV: "Na mij de zondvloed"
Slide 13 - Slide
Vanaf 1774
Lodewijk XVI en Marie Antoinette
Slide 14 - Slide
Lodewijk XVI
Hij was klein en dik
Trouwde op zijn 15de
Wilde liever geen koning zijn, het boeide hem totaal niet
Wilde liever de hele dag jagen
Kreeg absolute macht
Geen oog voor gewone volk
Slide 15 - Slide
Marie Antoinette
In 1755 geboren in het keizerlijk paleis te Wenen, de Hofburg
Aartshertogin van Oostenrijk
Trouwde met Louis XVI toen ze 14 was
Werd koningin toen ze 18 jaar was
Slide 16 - Slide
Marie Antoinette
Verspilde veel geld en juwelen
Haar bijnaam: Madam Deficit
Organiseerde extravagante feestjes
Vriendjespolitiek
Eigen dorpje
Gek op mode, kleding schoenen; je kunt er niet genoeg van hebben…
"Laat ze cake eten"
Marie Antoinette toen zij te horen kreeg dat het volk geen brood had om te eten.
Slide 17 - Slide
Standensamenleving
De Lodewijkjes hadden als absolute vorsten de totale macht over de Franse maatschappij en hun onderdanen.