DISK thema Overtuigen Opstart

Thema Overtuigen
Opstart
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema Overtuigen
Opstart

Slide 1 - Slide

Wat leer je.
Je gaat oefenen om iemand te overtuigen.

Hoe ga je dat oefenen?
Je houdt een betoog. 
Je vertelt over een voorwerp; je probeert dit te ruilen.
Je zoekt informatie op internet en schrijft een e-mail. 
Je bedenkt wat je leuk vindt en goed kan; je presenteert dit en schrijft het op.

 

Slide 2 - Slide

presenteren vs. overtuigen
Wat het verschil is tussen presenteren en overtuigen?


Overtuigen
Een goed voorbeeld van overtuigen is reclame, waarbij de verkoper de klant wil overtuigen om iets te kopen.
presenteren
Bij presenteren wil je iets vertellen of informatie geven op een leuke en boeiende manier.

Slide 3 - Slide

Hoe kun je iemand
overtuigen?

Slide 4 - Mind map

Overtuigen, hoe doe je dat?
Je gebruikt goede argumenten.

Je  bent enthousiast. 

Tip: 
Gebruik positieve of informatieve 
bijvoeglijke naamwoorden.

Enthousiast: juiste woorden, lichaamshouding, stem, gezichtsuitdrukking.
gebruik voegwoorden zoals: want / omdat

Slide 5 - Slide

Positieve / informatieve
bijvoeglijke naamwoorden

Slide 6 - Mind map

Overtuig mij!
Ik vind deze telefoon fantastisch.
Dit is een geweldige film.
Het is een prachtig boek.
Deze film is zo mooi!
Deze acteur is keigoed.
Deze muziek is super.
Deze pizza is heerlijk.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welke bijvoeglijke
naamwoorden passen
bij deze reclame?

Slide 9 - Mind map

ABC
Maak nu in groepjes het ABC van overtuigende woorden.
Deze opdracht staat in de Classroom.

Veel plezier!

Slide 10 - Slide