Exogene krachten veranderen van ............................................
het aardoppervlak, endogene krachten doen dat van .................................................
buitenaf
binnenuit
Slide 5 - Drag question
Endogene krachten
Exogene krachten
Verwering
Erosie
Opbouwen
Afbreken
Oud gebergte
Sedimentatie
Vulkanen
Plooiings-gebergte
Jong gebergte
Van binnenuit
Van buitenaf
Slide 6 - Drag question
Jong gebergte
Oude gebergten
Hoog
Lager
Flauwe hellingen
Stijle hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde bergtoppen
Diepe dalen
Slide 7 - Drag question
Welk begrip past bij de letter A op de tekening?
A
verweringsmateriaal
B
slenk
C
sedimentgesteente
D
horst
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
A - B - C - D - E - F
B
D - E - C - F - A - B
C
B - E - C - A - F - D
D
A - D - E - B - C - F
Slide 9 - Quiz
Vorstverwering is een voorbeeld van ...
A
chemische verwering
B
fysische/mechanische verwering
C
biologische verwering
D
zoutdrukverwering
Slide 10 - Quiz
Erosie
Verwering
Slide 11 - Drag question
Zet de tekstgedeeltes in de juiste volgorde
Tijdens dit transport wordt het landschap afgeschuurd en uitgeschuurd.
Gletsjers, rivieren, wind of zee nemen het mee naar andere plekken
Gesteente hoog in de bergen brokkelt af door verwering
Verweringsmateriaal valt door zwaartekracht naar beneden
Slide 12 - Drag question
Wat voor materiaal vervoert een gletsjer:
A
Steen, grind en zand
B
Steen, zand en klei
C
Klei, grind en zand
D
IJs
Slide 13 - Quiz
Door erosie van rivieren ontstaan:
A
Bergen
B
U-dalen
C
V-dalen
D
Bochten
Slide 14 - Quiz
In welk deel van de rivier is de erosie het grootst:
A
Benedenloop
B
Middenloop
C
Bovenloop
D
Bij de zee
Slide 15 - Quiz
Welk van de onderstaande woorden heeft niets te maken met rivieren:
A
Erosie
B
Sedimentatie
C
Gletsjers
D
Morenen
Slide 16 - Quiz
Dit dal is gevormd door een...
A
laatste ijstijd
B
Rivier
Slide 17 - Quiz
De Maas ontspringt in Frankrijk op een hoogte van 400 m boven NAP. De rivier vervolgt zijn weg via België en Nederland en mondt na 900 km in de Noordzee uit op 0 m.
Wat is het verval van de Maas.
A
900m/km
B
0,3m/km
C
400m
D
500m
Slide 18 - Quiz
Een gletsjer zorgt voor
A
Verwering
B
Erosie
C
A,B en D zijn goed
D
Sneeuw
Slide 19 - Quiz
Hoe noem je de verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen?
A
Finbekken
B
Fimbekken
C
Firnbekken
D
Gletsjer
Slide 20 - Quiz
Zwerfkeien zijn een overblijfsel van een ...
A
glaciaal
B
interglaciaal
Slide 21 - Quiz
Stroomt de rivier sneller bij A of B? Leg uit!
Slide 22 - Open question
Stroomt de rivier sneller bij A of B?
A
A
B
B
Slide 23 - Quiz
In welk gedeelte van een rivier vind je de hoefijzermeren meestal?
A
In de bovenloop
B
In de middenloop
C
In de benedenloop
D
In de delta
Slide 24 - Quiz
Wat ontstaat hier?
A
Aanslibbingskust
B
Duinen
C
Zandbank
D
Zandsteen
Slide 25 - Quiz
Welke heeft geen invloed op hoe groot golven worden?
A
De tijd dat de wind waait
B
De kracht van de wind
C
De richting van de wind
D
De afstand die de golven hebben afgelegd
Slide 26 - Quiz
Ontstaan van een klifkust
De scheur wordt groter en vormt een grot
De grot is uitgehold en doorgestoken
De grot is ingestort uiteindelijk verdwijnt ook de pilaar.
de zee erodeert de zwakke plekken
Slide 27 - Drag question
Opbouwende golven
Afbrekende golven
Slide 28 - Drag question
Eerst Daarna Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen?
Slide 29 - Drag question
Verwering bestaat uit chemische verwering en mechanische verwering. Wat is er nodig voor chemische verwering?
A
Hoge temperaturen
B
Zure gassen in de lucht zoals CO2
C
Zacht gesteente
D
Harde wind
Slide 30 - Quiz
timer
1:00
Alpen
Nederland
Veel reliëf
weinig reliëf
Slide 31 - Drag question
Een exogene kracht is erosie, wat is er nodig voor erosie?
A
Wind, water of ijs
B
Materiaal in wind water of ijs
C
Hoge temperaturen
D
Gesteente
Slide 32 - Quiz
Mechanische verwering en chemische verwering, zijn hetzelfde?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Rocky
Mountains
Kilimanjaro
Alpen
Andes
Himalaya
Slide 34 - Drag question
Bij erosie
A
valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes
B
wordt verweringsmateriaal door een schurende werking meegenomen door wind water of ijs
C
lost gesteente op in water of zuren
D
wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op
Slide 35 - Quiz
Je weet hoe en waar de Alpen is gevormd.
Plaats de stip bij het gebergte dat op sterk vergelijkbare wijze is ontstaan als de Alpen (klik op de kaart om te zoomen).
Slide 36 - Drag question
Een exogene kracht is erosie, wat is er NIET nodig voor erosie?