Rek, CIRKELdiagrammen

cirkeldiagrammen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

cirkeldiagrammen

Slide 1 - Slide

het cirkeldiagram, met de legenda
1. Hoeveel % totaal?
2. Hoeveel % jonger
 dan 5?

Slide 2 - Slide

het cirkeldiagram, met de legenda       altijd 100%
 Hoeveel procent
 van de jeugd is 
tussen de 15 
en 25 jaar? ->
quizvraag


Slide 3 - Slide

Hoeveel procent van de jeugd is tussen de 15 en 25 jaar?
A
21%
B
22%
C
43%
D
41%

Slide 4 - Quiz

het cirkeldiagram of het taartpuntendiagram
Een deel van het cirkeldiagram 
heet een sector of een taartpunt.


de sector, de sectoren

Slide 5 - Slide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Hoeveel procent kiest
voor een vakantie bij
de zee of de bergen?
Schrijf berekening en
 antwoord op blaadje, 
daarna in lessonUp

Slide 6 - Slide

Typ je berekening en antwoord.
Hoeveel procent kiest voor een vakantie bij zee of bergen.
timer
1:00

Slide 7 - Open question

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Hoeveel procent kiest
voor een vakantie bij
de zee of de bergen?
23+17= 40 %

Slide 8 - Slide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
1. Welke doelgroep 
krijgt de minste 
subsidie?

2. Hoeveel subsidie
krijgt 'cultuur'.

overig - de rest
de cultuur - muziek, theater, museum
sociaal - daklozen, ondersteuning arme mensen

Slide 9 - Slide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
1. Welke doelgroep 
krijgt de minste 
subsidie? de jeugd

2. Hoeveel subsidie
krijgt 'cultuur'. 27 %

overig - de rest
de cultuur - muziek, theater, museum
sociaal - daklozen, ondersteuning arme mensen

Slide 10 - Slide

aantal of percentage?
Hoeveel % in cirkeldiagram?
1. Bij welke school doet 
het kleinste aantal 
studenten aan tennis?

2. In welk diagram heb je 
dat afgelezen?

school A ca. 990 studenten
school B ca. 940 studenten

Slide 11 - Slide

aantal of percentage?
altijd 100% in cirkeldiagram
1. Bij welke school doet 
het kleinste aantal 
studenten aan tennis? A

2. In welk diagram heb je 
dat afgelezen? staafdiagram

school A ca. 990 studenten
school B ca. 940 studenten

Slide 12 - Slide

evenveel





Geef je antwoord via LessonUp.

Aan welk onderdeel besteden Kim en Jos evenveel tijd?

Slide 13 - Slide

Aan welk onderdeel
besteden Kim en
Jos evenveel tijd?

timer
0:30
A
school
B
huiswerk
C
eten
D
slapen

Slide 14 - Quiz

percentages veranderen
De lunchroom wil meer sappen
en minder koffie gaan verkopen.

Het lukt! Het percentage sappen
stijgt naar 10 %.

Hoeveel procent koffie wordt er dan nog verkocht?

Slide 15 - Slide

percentages veranderen

De lunchroom wil meer sappen
en minder koffie gaan verkopen.
Het lukt! Het percentage sappen
stijgt naar 10 %.

Hoeveel procent koffie wordt er dan nog verkocht?
In een cirkeldiagram gaat het altijd om 100%. 
Sappen was 5%, wordt 10% (dus 5% + 5%). Koffie 38-5= 33%

Er staat niets over de andere consumpties. Dat betekent dat die percentages niet veranderen.

Slide 16 - Slide

Geef nog geen antwoord.
Zijn er woorden die je moet opzoeken?
Links staan de aantallen
rechts moeten 
de percentages komen.


Slide 17 - Slide

A. de opgave splitsen in info en vraag
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?

info
cirkeldiagram
aantallen in de sectoren
vragen
cirkeldiagram
percentages in de sectoren
                                     
                                                                  
                                                                  
                                                                    






                                                                                >>>

Slide 18 - Slide

A4- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag:
Welke percentages horen in de sectoren?

de taak
uitrekenen van het totaal
bepalen van de percentages

Slide 19 - Slide

B. 5- nadenken over een oplossing van de vraag: 

totaal van de aantallen uitrekenen:   optellen v.d. aantallen

cirkeldiagram is altijd 100%

totaal v.d. aantallen = 100%

totaal v.d. aantallen : 100 = 1%

Slide 20 - Slide

C 6- de berekeningen maken
Let op: afronden!
totaal van de aantallen = 20+30+60+90 = 200

percentage = deel : geheel x 100

rode sector     20/200 x 100 = 10%
paarse sector  30/200 x 100 = 15 %
blauwe sector  60/200 x 100 = 30 %
groene sector  90/200 x 100 = 45 %


Slide 21 - Slide

D 7- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
totaal van de aantallen = 20+30+60+90 = 200

percentage = deel : geheel x 100
rode sector    20/200 x 100 = 10%
paarse sector 30/200 x 100 = 15 %
blauwe sector 60/200 x 100 = 30 %
groene sector 90/200 x 100 = 45 % +
TOTAAL                                 100 %
Alle sectoren bij elkaar moeten 100% zijn.

Slide 22 - Slide

lijngrafiek
cirkeldiagram
staafgrafiek
tabel

Slide 23 - Drag question

Zet de begrippen op de juiste plaats.
maximum
minimum
constant
dalen
stijgen

Slide 24 - Drag question

huiswerk voor dinsdag 30 mei 2023
- woordenlijst bijwerken
- maken en leren staaf- en
             cirkeldiagrammen

Slide 25 - Slide

Cirkeldiagram
Staafdiagram
Lijndiagram
A

Slide 26 - Drag question