This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Huiswerk
Het huiswerk voor deze les is het volgende:
- lezen pagina's 5 tot en met 11
- maken de opdrachten 1 t/m 11 uit het boek
Slide 1 - Slide
Ethiek
Wat weet je nog van de les van vorige week?
Slide 2 - Slide
Vervolg inleiding Ethiek
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je begrijpt wat een metafoor is.
Je kunt uitleggen hoe een reis als metafoor kan dienen voor het leven.
Daarnaast kun je ook uitleggen dat deze metafoor beperkingen heeft.
Slide 4 - Slide
De reis als metafoor.
Slide 5 - Slide
Metaforen
Vergelijking met als.
Bij een metafoor vergelijk je iets dat je nog niet kent, of moeilijk te kennen of te beschrijven valt, met iets dat je wel goed kent.
Slide 6 - Slide
Handelingen geschreven door ?
Metafoor (beeldspraak):
Het koninkrijk van God begint als een klein vonkje, maar het slaat over en de wereld staat in brand. De wereld is in brand gestoken door het vuur van de Heilige Geest.
Slide 7 - Slide
Religieus
Doel-denken
Het leven hier en nu is ondergeschikt aan het leven na de dood.
Het gaat om de uiteindelijke zin van het bestaan. Het eindpunt.
metafoor: pelgrimsreis
Slide 8 - Slide
Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''
Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)
Slide 9 - Slide
Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''
Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)
Slide 10 - Slide
Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''
Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)
Slide 11 - Slide
Christelijke ethiek
Elk mens is door God gewild bepaald doel
Normen en waarden veranderen bijna niet.
Want God verandert niet.
Slide 12 - Slide
Wat is een metafoor?
A
Een foutieve samentrekking
B
Een ander woord voor een koppelwerkwoord
C
Een ander woord voor meteoriet
D
een vergelijking met als
Slide 13 - Quiz
Een woord is geschikt als wanneer het iets , duidelijk maakt over datgene waar het op wordt toegepast. Het woord dat als metafoor wordt gebruikt moet hebben met datgene waarop het wordt toegepast, overeenkomsten die er toe doen.
metafoor
onthult
overeenkomsten
Slide 14 - Drag question
Bedenk nu zelf per tweetal een metafoor voor God of geloof.