DISK thema technologie

• NT2
• ISK

Aan het einde van de les kun je:

• In 1 minuut een pitch geven over een apparaat.
  

• Kun je vragen beantwoorden over een een filmpje (met moedertaalsprekers) over robots op de boerderij begrijpen. 

Doel van de les:

Pitch geven

DISK thema technologie

donderdag 3 april 

welke woorden en of wat
denk jij bij technologie ?

Wat gaan we doen?

1. je krijgt een 

- schema week planning

van  DISK 8 

 in je map 

+ 

- 2. + alle nieuwe woorden ! 

 3. de roze woorden samen lezen ! 

*het huiswerk is leren 

wat ?  

het meervoud en betekenis  

4.   10 minuten werken 

- dan Filmpje over technologie en robots met vragen !

werken aan de roze woorden 

lezen en translate 

Aan het einde van de les  

kun je vragen beantwoorden over een een filmpje

 (met moedertaalsprekers) over robots op de boerderij begrijpen. 

Doel van de les:

We gaan een filmpje kijken over een robot op een boerderij.

Na het filmpje komen er een paar vragen.

Filmpje kijken

Let op!

Welke woorden horen bij dit filmpje?

Is dit een voorbeeld van technologie?

Wat doet de robot in het filmpje?

Hoe melken ze koeien met een melkrobot?

Tip

Noteer de kernvragen, zoals:

Wie?

Wat?

Waar?

Wanneer?

Welk(e)?

Waarom?

Hoe?

Waarom gebruikt de boer een robot?

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Welke woorden horen bij dit filmpje?

Is dit een voorbeeld van technologie?

1. Ja
2. Nee

Wat doet de robot in het filmpje?

Waarom gebruikt de boer een robot?

ik heb dit geleerd ......
korte zin !

succes met leren 

huiswerk morgen dictee 

rechtdoor

1. verder in dezelfde richting
2. verder naar rechts
3. een beetje naar links en een beetje naar rechts
4. niet links en niet rechts

rechtsaf

1. andere kant van linksaf
2. rechtdoor
3. in de richting van rechts
4. niet naar links en niet naar rechts

de toekomst

1. gisteren
2. het jaar 2019
3. de tijd die nog moet komen
4. de tijd die is geweest

maak een zin met het woord:
rechtdoor

maak een zin met:
rechtsaf

vliegen

1. op de fiets fietsen
2. je door de lucht verplaatsen
3. heel hard in de auto rijden
4. met je armen zwaaien

de reis

1. elke dag naar school gaan
2. boodschappen doen in de supermarkt
3. van Den Helder naar Amsterdam gaan
4. van de ene plaats naar de andere plaats gaan

Aan het werk!

Maak de bouwstenen in DISK thema 8