hyperemesis gravidum

hyperemesis gravidum
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

hyperemesis gravidum

Slide 1 - Slide

Wat is Hyperemesis gravidum
Hyperemesis gravidarum is een vorm van zwangerschapsbraken die dusdanig langdurig en ernstig is dat patiënten in het ziekenhuis opgenomen moeten worden. Vrouwen zijn in deze periode extreem vermoeid, hebben uitdrogingsverschijnselen, hebben gewichtsverlies en voelen zich ronduit beroerd. De term hyperemesis gravidarum komt uit het Latijn. 'Hyper' betekent 'boven normaal'. Met 'emesis' wordt misselijkheid en braken bedoeld en ‘gravidarum’ betekent zwangerschap. Deze term geldt tot ongeveer 16 weken zwangerschap. Hierna spreekt men van zwangerschapsbraken.

Slide 2 - Slide

Diagnostiek 
Een diagnose voor Hyperemesis gebeurt altijd in het ziekenhuis

Een diagnose wordt gesteld uit een urine onderzoek, met dit onderzoek ligt de focus op de aanwezigheid van Ketonen.
 Ketonen zijn stoffen die erop duiden dat er vetafbraak in het lichaam plaats vindt. 
Het lichaam maakt aanspraak op de
vetreserve om in energie te voorzien omdat er geen voedingsstoffen via de
voeding binnen komen, aangezien je deze niet binnen kunt houden.

Slide 3 - Slide

(mogelijke) oorzaken.
Er bestaan verschillende theorieën over de mogelijke oorzaak, maar hoe hyperemesis werkelijk ontstaat is niet duidelijk. Vele verschillende oorzaken tezamen leiden tot overmatig braken in de zwangerschap. Een oorzaak van zwangerschapsbraken heeft te maken met hormoonveranderingen tijdens de zwangerschap. Het HCG hormoon stijgt snel wat de misselijkheid zou kunnen verklaren. Daarnaast kunnen ook psychische oorzaken of een meerlingzwangerschap het braken versterken.

Slide 4 - Slide

Signalen en Symptomen
Symptomen: episodes van misselijkheid en/of overgeven

- gevoeligheid voor beweging
- gevoelig voor geuren
- de smaak van eten veranderd
- last van vermoeidheid
- problemen met eten en drinken door de misselijkheid
- gevoelige kokhalsreflex
- sterk verlangen naar bepaalde soorten voedsel en een sterke afkeer van andere soorten         voedsel
- brandend maagzuur en refluxklachten

Slide 5 - Slide

Nadelen en gevolgen voor Moeder en kind
Het lichaam van een moeder zorgt er voor dat een baby het eerste krijgt wat hij of zij nodig heeft.
Nadeel: Het lichaam geeft al jouw reserves af aan de baby.
Door de bovenstaande reden raak je laag in je energie en bent erg vermoeid.

nadeel: bloed in de urine en een sterk ruikende urine
Door een beschadiging van bloedvaatjes
Je krijgt een behandeling die er op is gericht om jouw conditie te verbeteren. 

Veel vrouwen met hyperemesis gravidarum zijn overgevoelig voor bepaalde prikkels, zoals geluid, licht of geuren.

Slide 6 - Slide

wat denken jullie..
Is hyperemises gravidum dodelijk zowel voor jou als de baby?

Slide 7 - Open question

Behandeling 
Adviseer kleine beetjes te eten en te drinken, iedere calorie is welkom, focus vooral niet op gezonde voedingsmiddelen. 
Medicatie van eerste is keus is emesafene, supp of oraal, 2dd. Als dat niet voldoende is kan metoclopramide, supp of oraal, 1-3 dd 10 mg, worden gegeven. Metoclopramide mag langer dan 5 dagen worden gebruikt indien er geen extrapyramidale (“parkinsonachtige”) bijwerkingen zijn. Bouw de medicatie vooral niet te snel af. Adviseer om zwangerschapsvitaminen te nemen (vooral met vitamine B en foliumzuur).

Slide 8 - Slide

Begeleiding
Bij hyperemesis gravidarum is vaak een medische behandeling nodig. De kans is dan ook groot dat je in het ziekenhuis wordt opgenomen. Als het nodig is, krijg je een infuus met vocht tegen de uitdroging. Daarnaast kan de arts je medicijnen geven die de misselijkheid en het overgeven minder maken. Ook kan je sondevoeding krijgen. Voedingsstoffen gaan dan via een slangetje door je neus naar je maag.

 

Slide 9 - Slide

Zoek op:
Wanneer je word opgenomen in het ziekenhuis krijg je een infuus ingebracht.
welke oplossing is dit en waar dient deze voor?

Slide 10 - Open question