A3 en A4 nakijken

A3 personages
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

A3 personages

Slide 1 - Slide

Vraag 1 
Wat voor uiterlijke en innerlijke eigenschappen heeft de vader van Max? Hoe weet je dit?

Slide 2 - Slide

Vraag 1
Uit de nette kleding van Roy (uiterlijk) en de blinkende staat van de auto en Roys gedrag naar de auto (innerlijk) valt op te maken dat Roy iemand is die zijn werk als chauffeur serieus neemt.

Slide 3 - Slide

Vraag 2
Wat voor band denk je dat Max en zijn vader hebben? Leg dit uit aan de hand van voorbeelden uit het fragment. 

Slide 4 - Slide

Vraag 2
Het is een koele band. Roy duwt Max van zich wanneer deze hem een knuffel wil geven. Roy zegt dat Max geen kind meer is en moet opgroeien. 

Slide 5 - Slide

Vraag 3
Waar denk je dat dit verhaal zich afspeelt? Waaruit maak je dit op? 

Slide 6 - Slide

Vraag 3
Barber, Emmastad, Julianadorp en ‘gouverneur van de Nederlandse Antillen’ geven aanwijzingen dat het verhaal zich afspeelt op Curaçao.

Slide 7 - Slide

Vraag 4
Wie is de 'ik' in dit fragment? 
a) Noteer alle informatie die je over de ik-persoon krijgt.

Slide 8 - Slide

Vraag 4a
De ik is vijfentwintig jaar, hij is onderwijzer in Barber, hij gaf in 1961 les aan de zesde en zevende klas, weet niets van cilinders en is broeder (dit weet je doordat hij een habijt draagt).

Slide 9 - Slide

Vraag 4
Wie is de 'ik' in dit fragment? 
b) Is de 'ik' een karakter of een type? Leg je antwoord uit. 

Slide 10 - Slide

Vraag 4b
De ik is een karakter, omdat je veel te weten komt over zijn innerlijk en hij het hoofdpersonage in het verhaal is.

Slide 11 - Slide

Vraag 5
Waarvoor schaamt Max zich precies? 
Waarom denk je dat hij zich hiervoor schaamt?

Slide 12 - Slide

Vraag 5
Max schaamt zich voor zijn vader die met zijn kleding en dure auto rijkdom uitstraalt. Veel kinderen op school zijn arm en hij wenst dat hij gewoon – net als de andere leerlingen – lopend naar school kon. Hij wil niet anders zijn. 

Slide 13 - Slide

A4 Thema en motieven

Slide 14 - Slide

Vraag 1
Wat kom je allemaal te weten over Bruno? En over Shmuel? Geef een zo volledig mogelijke omschrijving van beide jongens.

Slide 15 - Slide

Vraag 1
Bruno heeft een stoppeltjeshoofd, is niet mager en wil ontdekkingsreiziger zijn. Hij wilniet dat Shmuel hem naakt ziet. Shmuel is Joods en zit gevangen achter een hek. Hij is
zijn vader kwijt. Wanneer Bruno hetzelfde aanheeft als Shmuel lijken ze erg op elkaar.

Slide 16 - Slide

Vraag 2
Is Bruno een held omdat hij het kamp ingaat? Wat maakt hem heldhaftig? En wat niet? 

Slide 17 - Slide

Vraag 2
Hij is een held, omdat hij heeft gezien hoe erg het er aan de andere kant van het hek uitziet en toch dapper onder het hek doorkruipt. Hij is minder heldhaftig, omdat hij liever de wereld aan de andere kant van het hek ontdekt dan Shmuel helpt zijn vader te vinden/redden. Verder is Bruno een beetje laf met zich omkleden en wil hij niet op blote voeten verder.

Slide 18 - Slide

Vraag 3 
Wie bedoelt Shmuel met 'ze' in de zin 'anders herkennen ze je meteen'?

Slide 19 - Slide

Vraag 3
De Duitsers.

Slide 20 - Slide

Vraag 4 
Vriendschap is een belangrijk thema in De jongen in de gestreepte pyjama.
a) Hoe weet je dat dit fragment over vriendschap gaat? Noteer de woorden / zinnen waaraan je dit thema kunt herkennen. 

Slide 21 - Slide

Vraag 4a
Je herkent het thema ‘vriendschap’ aan de zinnen: ‘Ik laat je niet in de steek’, ‘En wees naar zijn vriend die er onhandig bij stond.’ 

Slide 22 - Slide

4b. Vind je dat Bruno en Shmuel echte vrienden zijn?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

4c. Denk je dat de jongens de vader van Shmuel vinden?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Vraag 5
Het hek is een belangrijk en terugkerend element. Leg uit wat hiervan de symbolische functie is.

Slide 25 - Slide

Vraag 5
Het hek scheidt Bruno en Shmuel van elkaar en scheidt ook twee tegengestelde werelden van elkaar: de nazi’s (de vader van Bruno) en de Joden (Shmuel).

Slide 26 - Slide