Schrijfopdracht Reize door het Apenland LBE

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Schrijfopdracht Reize door het Apenland

Week 19

Les 1: Apenland bespreken en met middenstuk aan de slag (Apenland)

Les 2: middenstuk beoordelen en oefenen met inleiding en slot (schrijfopdracht 3)

Les 3: oefentoets inleiding en slot

Les 4: elkaar feedback geven en voorbereiden op schrijfopdracht

17 mei: je maakt de schrijfopdracht inleiding en slot in de les

Week 19 les 1

10 minuten: bespreken Apenland

10 minuten: wat is een betoog ook alweer?

5 minuten: kies een stelling

25 minuten: schrijf je middenstuk!

-> belangrijke oefening voor volgend schooljaar

Doelen bij Apenland

• Je kunt een (politiek) thema kritisch bekijken;
  
• Je weet de inhoud en boodschap van Reize door het Aapenland;
  
• Je kent de theorie van een imaginair reisverhaal;
  
• Je kunt een standpunt formuleren bij een onderwerp;
  
• Je kunt argumenten formuleren bij jouw standpunt;
  
• Je kunt een tegenargument en weerlegging formuleren bij jouw standpunt;
  
• Je kunt bronnen gebruiken om de juiste informatie te vinden voor jouw betoog;
  
• Je kunt taalgebruik en inhoud afstemmen op het publiek;
  

Reize door het Apenland

• Imaginair reisverhaal
• Satire

Moraal: politieke toestand in de 18e eeuw (satire) 

--> Volg niet blindelings wat de (politieke) leiders zeggen, maar gebruik je verstand 

(ratio - verlichting)

Imaginaire reisverhalen

• Verzonnen reisverhaal.
• De lezer leerde over bijvoorbeeld politiek, omgangsvormen, andere culturen. 
• Vaak satirisch van aard. 
• Kritiek op de maatschappij.
• Utopie of dystopie.

Verscheen in 

een roerige tijd

• Patriotten keerden zich tegen de volgens hen onbekwame stadhouder prins Willem V. --> Welk getal?
• Strijd tussen de (prinsgezinde) orangisten en de (democratische) patriotten.

Reize door het Apenland

J.A. Schasz (ps. Gerrit Paape)

- 1788

- Apen willen op mensen lijken.

- Apen hebben (willekeurige) nummers als namen.
- Kritiek op de politieke machthebbers.

- Schasz drijft de spot met het schijnpatriottisme en de verdeeldheid onder de patriotten. 

De boodschap van de auteur is aan bepaalde groepen mensen gericht. Welke?

1. De leiders van het land en de burgers.
2. De patriotten en de orangisten.
3. De leiders, de burgers en de samenleving
4. De patriotten, mannen en de samenleving

De boodschap uit dit verhaal?

Voor de leiders: Denk goed na of de maatregelen die je wilt invoeren ook echt de effecten hebben waar je op uit bent. Bedenk of wel echt het belang van de burger voorop staat.

Voor de burgers: Volg niet klakkeloos de leiders, blijf altijd zelf nadenken 

Voor de burgers: Eer wat je hebt, eer je vrouw, ga niet vreemd.

Voor de samenleving: Wees niet bloeddorstig, maar gebruik uw verstand.

Betoog

Wat weet je al?

(zie volgende dia)

Wat weet je over een betoog?

Betoog: kies een stelling!

Op welke manier kun je 'Een reis door het Apenland' koppelen aan de huidige situatie in de politiek en maatschappij? 

• Bedenk meerdere situaties;
• Zoek betrouwbare bronnen etc.

Wie zou Schasz kunnen bedoelen wanneer het Apenland in deze tijd geschreven zou hebben?

Mogelijke onderwerpen

1. Polarisatie in Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
2. Nepnieuws in Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
   
3. Politiek in Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
   
4. Reize door het Aapenland als waarschuwing voor de huidige maatschappij/wereld
   
5. De actualiteit van Reize door het Aapenland
   
6. Een ander onderwerp dat te maken heeft met Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
   
7. Relaties/man-vrouwverhoudingen

Voorbeeldstellingen

• Het gevaar van nepnieuws in Apenland is in de huidige maatschappij aanwezig.
• In de coronacrisis zette de overheid met haar besluiten niet altijd het belang van de burger voorop.
• Net zoals in Reize door het Apenland, wordt de vrouw in Nederland nog steeds verwaarloosd.
• Net zoals in Apenland komt in de wereld nog veel polarisatie voor.
• In de huidige maatschappij zijn de gevolgen van polarisatie groot .
• Politieke partijen handelen niet altijd in het belang van de burger.
• Burgers in Nederland volgen veel te makkelijk de overheid.
• ... bedenk zelf een stelling!

Welke stelling (mening) heb je gekozen?

Aan de slag (tot het einde van de les)

Je gaat oefenen met het middenstuk van een betoog schrijven. Zet de volgende stappen:

1. Schrijf je standpunt boven je betoog
2. Bedenk twee voorargumenten
3. Bedenk één tegenargument met weerlegging
4. Schrijf de argumenten uit: begin met het argument, geef een uitleg en vervolgens een voorbeeld.
5. Zorg dat elke alinea één deelonderwerp bevat
6. Gebruik signaalwoorden
7. De lengte is 250-300 woorden

Zorg dat je jouw geschreven middenstuk de volgende les bij je hebt.

Week 19 les 2

15 minuten: feedback op middenstuk

5 minuten: schrijfopdracht 3 doornemen

30 minuten: uitleg inleiding + oefenopdracht

Feedback middenstuk

Bekijk het middenstuk van je klasgenoot en geef feedback  beantwoorden:

1. Herken je de deelonderwerpen? Noteer kort de gegeven argumenten en tegenargument met weerlegging.
2. Staan de deelonderwerpen in een logische volgorde? Waarom vind je dat wel/niet? 
3. Is de overgang tussen de deelonderwerpen duidelijk aangegeven d.m.v. signaalwoorden? Omcirkel de signaalwoorden.
4. Lopen de onderdelen vloeiend in elkaar over? Waarom vind je dat wel/niet? 
5. Staan de kernzinnen op de voorkeursplaatsen? Markeer deze.
6. (Zijn de argumenten ondersteund met bronnen en zijn deze juist genoteerd?)
7. Is het AUB-/SEXI-model gebruikt?
8. Is er een koppeling gemaakt met het gelezen boek? Hoe dan?
9. Zijn er citaten en/of voorbeelden gebruikt? Leg uit.
10. Welke tips kun je geven? (Structuur, spelling/formuleren, inhoudelijk, signaalwoorden, kernzinnen, taalvariatie etc.)

Wat valt je op aan het middenstuk van je klasgenoot?

Schrijfopdracht 3

17 mei: je krijgt een middenstuk van een tekst. Jij schrijft de inleiding, het slot, een motiverende en informerende titel.

Doelen

• Je kan een goede, creatieve inleiding schrijven waarbij je voldoet aan de schrijfeisen.
• Je kan een goed en creatief slot schrijven waarbij je voldoet aan de schrijfeisen. 
• Je beheerst de theorie, zodat je deze kan toepassen en er vragen over kan beantwoorden.
• Je krijgt een (deels) ingevuld bouwplan, waarop je de rest van je tekst kan baseren.

De nakijkcommissie is op de hoogte van de schrijfeisen en kan aan de hand van een vooraf gekregen nakijkmodel de teksten kritisch nakijken en goede feedback leveren.

Welke eisen zag je in de inleiding terug?

Welkom

Wat waren de eisen voor een inleiding?

Welke drie deelonderwerpen zag je in het bouwplan terug?

• Een deelow per alinea!

Dit uur:

15 a 20 minuten: inleiding schrijven

Feedback op teksten (middenstukken en/of kern)

Inzage schrijfopdracht 2 --> vragen stellen aan commissies. 

Gesprek met commissie

Volgend uur: oefentoets 

Nu zelf!

Lees de opdracht over de inleiding goed.

Vul eerst het bouwplan in en typ daarna jouw inleiding, motiverende en informerende titel. (volgende dia)

Meer hulp nodig? Lees de theorie over 'inleiding' in de ELO.

Schrijf hier je inleiding (zie eisen op papier).

Week 19 les 3

15 minuten: feedback op inleiding

10 minuten: uitleg slot

25 minuten: oefentoets inleiding en slot

- dit slot past bij de tekst waar je zojuist mee hebt geoefend -

Hier zie je een voorbeeld van een slot die je zou kunnen schrijven bij de tekst waar je zojuist een inleiding bij hebt geschreven.

Welke eisen heeft het slot?

Tips

Sluit je slot goed aan op de inleiding?

• Als je je tekst begon met een hoofdvraag, dan verwacht ik nu een antwoord.
  
• Als je begon met een probleem, dan verwacht ik nu een oplossing.
  
• Et cetera
  

Uitsmijter: informatief, origineel, passend bij de tekst.

• Staat vast aan de rest van het slot
  
• Maak je verhaal mooi rond: verwijs naar inleiding, titel en/of kern
  
• Grappig of om over na te denken: gebruik beeldspraak of stijlfiguren
  
• ‘Wees jezelf. Er zijn al zoveel anderen.’
  
• ‘Het kalf is al verdronken. Waarom dempen we die put niet?’
  
• Geen clichés, zoals ‘De tijd zal het leren.'

Oefentoets

Maak de oefentoets. Lees de instructie goed en typ vervolgens jouw tekst in Word. Lever hem vervolgens in via de inlevermap in Teams.

Succes!

Opdracht 1 (15 minuten)

1. Lees de instructie op je blad.
2. Schrijf in LessonUp een inleiding.
3. We kijken naar de verschillende inleidingen. Wat gaat goed en wat kan beter?

Schrijf hier je inleiding. Houd rekening met de eisen (zie werkblad).

Opdracht 2 (15 minuten)

1. Lees de instructie op je blad.
   
2. Schrijf in LessonUp een slot.
   
3. We kijken naar de verschillende inleidingen. Wat gaat goed en wat kan beter?

Schrijf hier je slot (houd rekening met de eisen op je werkblad).

Week 19 les 4 

Oefentoets inleiding en slot afmaken

Elkaar feedback geven met behulp van het commentaarmodel

Dit commentaarmodel gaat de nakijkcommissie uiteindelijk gebruiken om de (anonieme) teksten na te kijken.

Uitdelen schrijfopdracht 2 (+bespreken nakijkcommissie)

Week 20 les 1

Algemene feedback docent op ingeleverde oefentoetsen

Schrijftips en oefening tekstsoorten (kahoot?)

Voorbereiden op toets (overzicht maken)

Week 20 les 2

TOETS inleiding en slot

schrijven op laptop / commissie start lezen boek

Week 20 les 3

Schrijvers lezen boek / commissie verdeelt teksten (anoniem) en maakt begin -> nog geen cijfer geven, alleen commentaar