Praten over feiten, gewoonten of iets wat regelmatig gebeurd.
Bij he, she en it komt er een ´s´ achter het werkwoord.
Eindigt het werkwoord op -y dan word dit een ´ies´
Staat er voor de -y een a,e,i,o of een u dan voeg je alleen een ´s´ toe.
Bij sommige werkwoorden voeg je ´es´ toe.