diagnostische toets voortplanting

Wat is nummer 3
1 / 22
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Wat is nummer 3

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

waar komt het hormoon vandaag wat zorgt voor de productie van zaadcellen?
A
de hypofyse
B
de bijnier
C
de hypothese
D
de bijbal

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van een geestelijke verandering is..
A
Groeispurt
B
zwaardere stem
C
verliefd worden
D
baardgroei

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waaraan zie je dat de teeltballen vanuit de buik in het scrotum zijn gezakt
A
aan de urinebuis
B
aan de zaadleiders
C
aan de teeltballen zelf
D
aan de vorm van het zaadblaasje

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


A
Endeldarm
B
Spermakanaal
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 6 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
de teelballen
B
de penis
C
de hypofyse
D
de zaadblaasjes

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een erectie ontstaat doordat
A
Zaadcellen zich verzamelen in de urinebuis
B
Bloed zich verzamelt in de zwellichamen
C
Zaadcellen zich verzamelen in de zwellichamen
D
Bloed zich verzamelt in de urinebuis

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de naam van elk onderdeel dat bij de nageboorte het lichaam verlaat

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Placenta, resten van de navelstreng, resten van de vruchtvliezen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke kenmerken worden gerekend tot de primaire geslachtskenmerken van een vrouw?
A
het hebben van borsten
B
het hebben van een clitorus
C
het hebben van schaamhaar
D
het menstrueren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Een condoom beschermt optimaal tegen zwangerschap
A
als je deze goed aanbrengt
B
als je deze goed verwijdert
C
als je deze gebruikt en daarnaast een zaaddodende pasta
D
A, B, en C

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is coïtus interruptus onbetrouwbaar
A
In het voorvocht zitten al wat zaadcellen
B
jongens zijn vaak te laat met het terugtrekken

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Geschikt om een soa te voorkomen
A
de pil
B
het condoom
C
het spiraaltje
D
de morning-after pil

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wordt een vrouw tijdens de zwangerschap ongesteld?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Zaadbal
Balzak
Urinebuis
Voorhuid

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn allemaal secundaire geslachtskenmerken van een man?
A
baardhaar, een gespierder lichaam, zwellichamen
B
de prostaat en schaamhaar
C
lagere stem, schaamhaar en de balzak
D
lagere stem, borsthaar en schaamhaar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat vind je nog moeilijk? Wat wil je nog bespreken?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions