This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom H3E!
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
Nieuw Nederlands + schrift
leesboek
agenda
etui
Slide 1 - Slide
Welkom H3G!
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
Laptop
agenda
pen en schrift
Slide 2 - Slide
Welkom H3F!
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
Nieuw Nederlands + schrift
agenda
etui
Slide 3 - Slide
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 4 - Slide
Deze les
Spelling H1: Trema, apostrof, accent en cedille
Aan het eind van de les:
weet je wanneer je trema's, apostrof, accenten en cedilles moet gebruiken.
Slide 5 - Slide
Huiswerk H3E
Woensdag 17 januari:
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 8 maken en leren
Maak de opdrachten online
Slide 6 - Slide
Huiswerk H3G
Woensdag 17 januari:
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 8 maken en leren
Maak de opdrachten online
Huiswerk 15 januari: - leer de conventies van de zakelijke brief uit je hoofd (zie aantekening)
Slide 7 - Slide
Huiswerk H3F
Dinsdag 16 januari:
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 8
Slide 8 - Slide
Wat en waarom?
Deze les leer je hoe je een trema, apostrof, accent en cedille kunt gebruiken. Met deze tekens kun je betere teksten schrijven. Daarnaast helpt het je om te weten hoe je een woord moet uitspreken.
Slide 9 - Slide
Trema
om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge
Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken
Slide 10 - Slide
met trema
zonder trema
coordinatie
officieel
officiele
poezie
patient
mecanicien
museum
dieet
Slide 11 - Drag question
Apostrof
als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
om uitspraakproblemen te voorkomen bij de klinkers van: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s) baby's, Hanna's, accu's
in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje
Slide 12 - Slide
De hoofdstad van Noord-Brabant is s-Hertogenbosch
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quiz
Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje
Slide 14 - Quiz
Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader
Slide 15 - Quiz
Wat is juist?
A
wcs
B
wc's
Slide 16 - Quiz
Accenten
accent aigu: logé, soirée, café
accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
accent circonflexe: enquête, crêpe
om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto
Tip: leer de namen van de accenten!
Slide 17 - Slide
met accent
zonder accent
enquete
premiere
acne
defile
genant
sate
abonnee
creme
Slide 18 - Drag question
ê
é
è
accent aigu
accent grave
accent circonflexe
Slide 19 - Drag question
Welk accent bevat dit woord?
blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
Slide 20 - Quiz
Welk accent bevat dit woord?
coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
Slide 21 - Quiz
Welk accent bevat dit woord?
frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
Slide 22 - Quiz
Cedille
het 'kronkeltje' onder de c: ç
zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor
Slide 23 - Slide
Neem de zin over en plaats hoofdletters, accenttekens, trema’s, apostrofs en cedilles. ‘ik houd uberhaupt niet van sate’, zei de actrice voorafgaand aan de premiere, terwijl ze met een fohn haar haren in model bracht.
Slide 24 - Open question
Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten zelfstandig:
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4 + 6 t/m 8
Huiswerk: leer de theorie en deze opdrachten
Klaar?
Maak een samenvatting van de theorie, maak opdr. 11 en/of lezen in je leesboek.