Practicum voedingsstoffen

Practicum voedingsstoffen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Practicum voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Voedingsstoffen in voedingsmiddelen
  • Zetmeel --> jodium
  • Glucose --> teststrip (moet het voedingsmiddelen worden opgelost/verdunt in water)
  • Eiwitten --> teststrip (moet het voedingsmiddelen worden opgelost/verdunt in water)

Voedingsmiddelen

Slide 2 - Slide

Onderzoek doen
De vijf stappen van een onderzoek doen:
  1. Onderzoeksvraag - Wat is je vraag, wat wil je weten?
  2. Hypothese - Wat jij verwacht te gaan zien?
  3. Werkwijze - Wat heb je nodig en hoe ga je aan de slag?
  4. Experimenteren - Je gaat aan de slag.
  5. Resultaten verzamelen en verslag maken

Slide 3 - Slide

Onderzoeksvraag
  1. Duidelijk: Maak de vraag makkelijk te begrijpen, zodat iedereen die het leest, hetzelfde idee heeft van wat je onderzoekt.
  2. Haalbaar: Zorg ervoor dat je vraag mogelijk is binnen de tijd, middelen en ethische grenzen die je hebt. Stel realistische doelen.
  3. Begrenzing: Wees specifiek in je vraag, maar zorg ervoor dat het breed genoeg is om interessante resultaten te krijgen. Soms is het handig om je vraag te beperken tot één specifiek deel van je onderwerp.
  4. Meetbaar: Zorg ervoor dat je de dingen die je onderzoekt kunt meten. Dit helpt bij het verzamelen van echte gegevens en het trekken van eerlijke conclusies.

Slide 4 - Slide

Bedenk nu zelf een onderzoekvraag voor ons onderzoek.

Slide 5 - Open question

Hypothese
Een hypothese is een voorlopige veronderstelling die wordt getest in een wetenschappelijk onderzoek.

  • "Als... dan..." structuur: Hypotheses worden vaak geformuleerd als voorwaardelijke uitspraken, bijvoorbeeld: "Als [onafhankelijke variabele verandert], dan [afhankelijke variabele zal ook veranderen]."
  • "Er is een significant verschil/tussen...": Bij experimenteel onderzoek wordt vaak gebruikgemaakt van hypotheses die stellen dat er een significant verschil is tussen de onderzochte groepen of condities.
  • "Er is een positief/negatief verband tussen...": Hiermee wordt aangegeven dat de onderzoeker verwacht dat er een positief of negatief verband bestaat tussen de variabelen.

Slide 6 - Slide

Bedenk nu zelf een hypothese die past bij je onderzoekvraag voor ons onderzoek.

Slide 7 - Open question

Werkwijze
  • Materiaal --> wat heb je nodig en hoeveel
  • Methode --> hoe ga je het onderzoeken
  • Data verzameling --> hoe worden de resultaten verzamelt (tabel met waarden, foto's, grafieken). Hoe vaak doe ik een meting, na hoeveel tijd, enz.

Slide 8 - Slide

Schrijf nu de werkwijze op bij dit experiment bij de door jouw gekozen voedingsmiddelen.

Slide 9 - Open question

Experimenteren
Je gaat na goedkeuring van je werkwijze het experiment uitvoeren.

Slide 10 - Slide

Lever je resultaten in.

Slide 11 - Open question

Bedenk een conclusie die je kunt geven over je resultaten.

Slide 12 - Open question