This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Het internet gebruiken
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je websites openen en navigeren op het internet. Aan het einde van de les kun je formulieren invullen en verzenden via het internet. Aan het einde van de les kun je websites als favorieten opslaan in je browser.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over het internet?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is het internet?
Een netwerk dat computers en telefoons verbindt.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Hoe open je een website?
Gebruik een internetbrowser, typ het webadres in, druk op Enter.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Formulieren invullen
Klik op het formulier, voer de gegevens in, klik op verzenden.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Favorieten opslaan
Sla vaak bezochte websites op met het sterretje in je browser.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Definitielijst
Internet: Een netwerk waarmee computers en telefoons met elkaar verbonden zijn. Website openen: Het proces van een internetbrowser openen, een webadres typen en op Enter drukken. Formulier invullen: Het proces van een formulier aanklikken, gegevens invullen en op verzenden klikken. Favorieten: Websites die je vaak gebruikt en opslaat in je
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.