Anatomie les 3 Spieren

Anantomie les 3

Spieren

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Sport anatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Anantomie les 3

Spieren

Slide 1 - Slide

Vandaag
Wat zijn spieren
Warming up
Spier activiteiten
Spier opbouw
Soorten spieren
Verschillende spieren
opdrachten

¢Quiz


Slide 2 - Slide

spieren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Spieren
Er zijn 2 categorieën spieren.

Namelijk de skelet spieren en de organen die bestaan uit spier weefsel.
Organen hebben een andere structuur als de skelet spieren
Spieren hebben vooral de functie om een beweging te maken en deze ongedaan te maken, als bescherming en als stevigheid
Bewegen helpt de spieren in vorm houden en zorgt voor een goede bloedsomloop.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Spierstelsel
Spieren 

Slide 8 - Slide

Spier opbouw
Een skeletspier heeft altijd een origo, een spierbuik en een insertie. 

De spierbuik is dat deel van de spier dat bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel en kan samentrekken (contraheren). De spierbuik van een skeletspier bestaat uit spierbundels. Elke spierbundel bestaat uit spiervezels en elke spiervezel bestaat weer uit myofibrillen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Antagonisten
A.Contractie
(samentrekken) van de biceps ( (armbuigspier) -->
korter/dikker -->
arm buigt
de
triceps

is ontspannen (langer/dunner)


B.Contractie triceps
(armstrekspier)  -->
korter/dikker -->
arm strekt

Slide 11 - Slide

Spieren werken altijd samen
arm buigspier (m. Biceps)
Arm strek spier (m. Triceps)

Slide 12 - Slide

spierblessures
als spieren moe worden, gaan ze trillen of stoppen ermee. Er ontstaan afvalstoffen.
Als er teveel afvalstoffen in de spieren achterblijven dan krijg je spierpijn.

Slide 13 - Slide

Soorten Blessures

¢Verzwikken
¢Verrekken
¢Ontsteking
¢Zweepslag
¢Overbelasting


Slide 14 - Slide

Blessures voorkomen
¢Draag geschikte schoenen en kleding.
¢Gebruik bescherming als helm, polsbeschermers of een brace wanneer de sport daarom vraagt.
¢Bouw de training goed op.
¢Zorg voor een warming up en cooling down.
¢Versterk je spier en doe alleen oefeningen die goed voor je zijn.
¢Let op je gezondheid.


Slide 15 - Slide

Cooling down

Afvalstoffen komen in je spieren, spierpijn!


Door de cooling-down stroomt het bloed wat sneller door je spieren en kan zo meer afvalstoffen uit je spieren opnemen. De kans op spierpijn neemt hiermee af .

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Spiervezels

¢Rode spiercellen
¢Roze Spiercellen
¢Witte spiercellen


Slide 18 - Slide

Welke van de onderstaande spieren is het grootst?

A
Deltaspier
B
Bilspier
C
Buikspier
D
Rugspier

Slide 19 - Quiz

Welke spiervezel is van belang bij langduur training?

A
Roze spiervezel
B
Witte spiervezel
C
Rode spiervezel

Slide 20 - Quiz

Wat voor functie hebben de skelet spieren?

A
bescherming, beweging maken en ongedaan maken
B
stevigheid en voedsel opname vanuit darmen.
C
A en B zijn goed

Slide 21 - Quiz

Hoe kan je een blessure voorkomen?
A
Goede warming up en cooling down
B
Gezonde voeding
C
Zorg dat je goede kleding draagt
D
A B en C zijn goed

Slide 22 - Quiz

wat is de sterkste spier in het lichaam
A
kaakspieren
B
been spieren
C
oorspier
D
deltaspier

Slide 23 - Quiz

Deltaspier
Grote bilspier
Bovenbeen spier
rugspier
Buikspier

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Sporten
Spieren
3
Botten
2
Bewegen
1

Slide 27 - Slide

Maak de opdrachten

Slide 28 - Slide

noem 2 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Mind map

Extra info

Slide 30 - Slide

Spieren

Skeletspieren
hebben een wetenschappelijke naam, afkomstig uit het Latijn en/of het Grieks,
die vaak gebaseerd is op hun bouw, ligging en/of functie. 
Musculus
biceps
femoris is letterlijk vertaald
"Tweekoppige (
biceps) spier (musculus) van het bovenbeen (femoris)". Musculus adductor magnus betekent "Grote (magnus) aanvoerende (adductor) spier (musculus)".



Slide 31 - Slide

Spier opbouw

 Origo en insertie zijn
de plaatsen op het skelet waar de spieren door middel
van pezen aanhechten. Een algemene stelregel is dat de
origo het
aanhechtingspunt is aan het (over het algemeen) onbewegelijke bot. De insertie
vinden we aan het bewegelijke bot.





Elke myofibril bestaat uit de filamenten actine en myosine. Groepjes
filamenten vormen door hun ligging 
sarcomeren, en deze kunnen door hun interactie in elkaar schuiven
en zo verkorten.

Slide 32 - Slide

Soorten spieren

Slide 33 - Slide

3 soorten spieren

1. willekeurige spieren (skeletspieren/dwarsgestreepte spieren)

Voor beweging

Heel sterk

Snel moe

Slide 34 - Slide

3 soorten spieren

2. Onwillekeurige spieren (gladde spieren)

Voor organen

Niet super sterk

Niet snel moe

Slide 35 - Slide

3 soorten spieren

3. Hartspierweefsel

Niet snel moe en sterk

tussenvorm

Slide 36 - Slide

Soorten spieren

Gladde spieren hebben voorrang op de dwarsgestreepte spieren. Deze spierenkunnen bewegingen heel lang volhouden en raken niet vermoeid zoals de dwarsgestreepte spieren.



Slide 37 - Slide

vragen
1. Waarmee zitten de spieren vast?
2. Welke verschillende spiervezels zijn er?
3. Hoe wordt een spier dikker?
4. Hoe noem je tegenovergestelde spieren?
5. Kun je al je spieren besturen?

Slide 38 - Slide