Skelet

1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Functies skelet

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bescherming is een functie van een skelet. Welk orgaan krijgt bescherming van het skelet?
A
Nieren
B
Darmen
C
Longen
D
Lever

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De langste botten zijn
A
Ribben
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Borstbeen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de afbeeldingen
Scheenbeen
Kuitbeen
Dijbeen
Opperarmbeen
Heupbeen
Borstbeen

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat bevindt er zich in de holte van het bot?
A
Bruine beenmerg
B
Gele beenmerg
C
Rode beenmerg
D
Witte beenmerg

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het schedel niet aan elkaar gegroeid?
A
Om nog te kunnen groeien
B
Omdat de naden nog aan elkaar moeten groeien
C
Om over elkaar heen te schuiven bij de geboorte
D
Geen van de drie antwoorden

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Tekst
De wervelkolom

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Kraakbeen bevat bloedvaten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Scharniergewricht

Slide 29 - Slide

Scharniergewrichten, zoals de elleboog en je vinger, kunnen slechts in één richting bewegen.
Kogelgewricht

Slide 30 - Slide

De kogelgewricht:  zoals de schouder en heup, kunnen in (bijna) alle richtingen bewegen.


Bij welke gewricht is er de meeste beweging mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waar/niet waar
Een gewricht is een beenverbinding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welk gewricht bevindt zich in de knie
A
Eigewricht
B
Kogelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Slide 34 - Drag question

sleep de juiste gewricht naar het juiste plaatje. 

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions