Les t2c Brazilië herhaling

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Wat doe jij in je vrije tijd? Hobby's?

Herhaling leerdoelen (1):

1. Je kan de opkomende landen/BRIC-landen opnoemen.

2. Je kan het begrip globalisatie in eigen woorden uitleggen.

3. Je kan verklaren waarom de welvaart in Brazilië is gegroeid.

4. Je kan de natuurlijke hulpbronnen van Brazilië benoemen.

5. Je kan verklaren hoe Brazilië aan de natuurlijke hulpbronnen komt.

 

Herhaling leerdoelen (2):

Je kan de relatie leggen tussen de groeiende bevolking en vraag naar energie.

Je kan de relatie leggen tussen energiebronnen en het klimaat/bodem/reliëf.

Je kan een gevolg benoemen van de toenemende groei in welvaart.

Je kan de belangrijkste exportproducten benoemen.

Wat heeft deze afbeelding met globalisatie te maken?

Beschrijf wat je in de afbeelding ziet.

Leg het begrip globalisatie uit.

Leg de link.

Wat heeft deze afbeelding met globalisatie te maken?

Beschrijf wat je in de afbeelding ziet.

Leg het begrip globalisatie uit.

Leg de link.

Wat is een opkomend land? En noem er 4 die in dit hoofdstuk voorkomen.

Wat hebben deze afbeeldingen te maken met de welvaart van Brazilië?

Wat hebben deze afbeeldingen te maken met de welvaart van Brazilië? 3 redenen.

BNP

Wat is het BNP?

Zoek afbeeldingen op van de belangrijkste natuurlijke hulpbronnen van Brazilië, zet erbij welke hulpbron het is en de definitie van een natuurlijke hulpbron.

Wat is de relatie van deze kaart met de natuurlijke hulpbronnen?

Wat zie ik?

Waar zie ik dit?

Wat kan men daar doen?

Wat is de relatie van deze kaart met de natuurlijke hulpbronnen?

Herhaling leerdoelen (1):

1. Je kan de opkomende landen/BRIC-landen opnoemen.

2. Je kan het begrip globalisatie in eigen woorden uitleggen.

3. Je kan verklaren waarom de welvaart in Brazilië is gegroeid.

4. Je kan de natuurlijke hulpbronnen van Brazilië benoemen.

5. Je kan verklaren hoe Brazilië aan de natuurlijke hulpbronnen komt.

 

Proefwerk

Paragraaf 3 en 4 van Brazilië op woensdag 7 april.

Wat vindt je nog moeilijk? En waar zou je nog meer over willen weten?