Herhalingsles

Herhalingsles
Doel: weten wat je moet leren voor de SO en oefenen met toetsvragen. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalingsles
Doel: weten wat je moet leren voor de SO en oefenen met toetsvragen. 

Slide 1 - Slide

Planning
03/08 Introductie: wat is geschiedenis, bronnen en tijd verleden
05/09 Par. 1.1 De eerste mensen
10/09 Par. 1.1 De eerste mensen 
12/09  Par. 1.2 Jagers worden boeren
16/09 Par. 1.2 Jagers worden boeren
19/09 OEFEN SO
23/09 SO par. 1.1 en 1.2
24/09 Par. 1.3 Denken en doen 
26/09 Par. 1.3 Denken en doen 
01/10 Par. 1.4 Leven langs de Nijl  
03/10 Par. 1.4 Leven langs de Nijl  
8/10 Extra
10/10 Herhaling
15/10 Organisatiedag
Toetsweek periode 1
H1 par. 1.1 en 1.4

Slide 2 - Slide

De ijstijd
  • IJstijd: grote laag ijs over Europa waarop geen mens kon leven. 
  • Ongeveer 13.500 geleden eindigde deze ijstijd. Dat kwam door de stijging van de temperatuur op aarde. 
  • Door de stijging van de temperatuur smolt het ijs en veranderde het Nederlandse landschap. Er ontstonden vlaktes van gras en lage struiken. 
  • Oorzaak: het werd warmer.
  • Gevolg: de ijstijd eindigde.


Slide 3 - Slide

Historische vaardigheden (dingen die je kan doen)

Gevolg: iets dat door en na een gebeurtenis plaatsvindt.
Oorzaak: de reden waarom iets gebeurd. 

Slide 4 - Slide

Middel van bestaan (manier om aan voedsel te komen)
Jager en verzamelen: jagers-verzamelaars. 

Slide 5 - Slide

Jager-verzamelaars 
  • Ze waren nomaden: hadden geen vaste woonplaats.
  • Ze hadden weinig bezit.
  • Vaak kwamen jager-verzamelaars op dezelfde plaats terug. 
  • Ze maakten hun spullen van materiaal uit de natuur, zoals steen = de steentijd.

Slide 6 - Slide

Bronnen van kennis
  • Geschiedenis gaat over hoe de mensen vroeger en wat in het verleden is gebeurd. 
  • Het onderzoek en kennis van wat in het verleden is gebeurd. 
  • Informatie uit het verleden wordt uit bronnen gehaald: geschreven en ongeschreven.
  • Er bestaat geen geschreven bronnen uit de prehistorie.

Slide 7 - Slide

Archeologie
Wetenschappers onderzoeken overblijfselen uit het verlenden. 
Wetenschap: systematisch onderzoek en de kennis die daardoor ontstaat. 
Archeologen doen opgravingen en onderzoek. 


Slide 8 - Slide

Het verleden onderzoeken
  • Experimentele archeologie: het verleden naspelen.
  • Mensen bestuderen die nu nog leven als jager-verzamelaars. 

Slide 9 - Slide

Soorten samenlevingen
  • Samenleving (hoe een grote groep mensen samenleeft). 

  • Samenleving van jager-verzamelaars: mensen als nomaden leven van wat ze vangen en vinden in de natuur. 


Slide 10 - Slide

Andere soorten samenlevingen
  • Jager-verzamelaars
  • Landbouwsamenleving
  • Landbouwstedelijke samenleving
  • Industriële samenleving
  • Informatisamenleving

Slide 11 - Slide

Veeteelt
Akkerbouw

Slide 12 - Slide

Jagers werden boer
Veeteelt (het houden van dieren voor melk of vlees) en akkerbouw samen noem je = LANDBOUW!

Slide 13 - Slide

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.)
  • Jager-verzamelaars plukten graankorrels die in het wild groeiden. Ze wreven die met stenen tot meel en bakten er brood van.
  • Ze merkten dat ze zelf graan kunnen laten groeien door geplukte graankorrels in de grond te stoppen.
  • Akkerbouw: het verbouwen van plantaardig voedsel.
Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije

Slide 14 - Slide

De Veeteelt
  • Fokken en houden van tamme dieren (zoals geiten, schapen en varkens).
  • Door de veetelt hadden mensen altijd vlees. 
  • Ze gebruikten alles van een dier: ook melk, vacht, boten, tanden, trekkracht.

Slide 15 - Slide

Landbouwrevolutie (ontstaan van de landbouw)
  • Revolutie betekent grote verandering.
  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer.
  • Aan het begin leverden landbouw niet genoeg voedsel op, waardoor boeren moesten ook nog jagen en voedsel verzamelen. Na een tijd werd landbouw het belangrijkste middel van bestaan. 

Slide 16 - Slide

De landbouwsamenleving
Door de landbouwrevolutie kregen mensen een andere levenswijze dan jager-verzamelaars. Ze gingen leven in een landbouwsamenleving.

Slide 17 - Slide

De landbouwsamenleving
Twee kenmerken:
  • 1. Mensen leefden van landbouw. Ze produceerden hun eigen voedsel i.p.v. jager en verzamelen.
  • 2. Ze hebben een vaste woonplaats. Boeren bouwen huizen langs hun akkers en weiden. Hierdoor ontstonden dorpen. 

Slide 18 - Slide

Nieuwe uitvindingen
  • Boeren maakten aardewerken potten waarin ze voorraden bewaarden.
  • Nieuwe werktuigen, zoals de ploeg (eerst werd geplant met stokken en bijlen, later met de ploeg).

Door nieuwe werktuigen en vaardigheden werden de oogsten groter, de mensen leefden langer en groeidde de bevolking in landbouwgebieden. 

Slide 19 - Slide

De verspreiding van de landbouw
  • Door de bevolkingsgroei in het Midden-Oosten trok een deel van de boeren naar andere gebieden om te gaan wonen. 
  • Ze namen hun gewassen en dieren mee. Hierdoor maken andere mensen in andere gebieden kennis met de landbouw.
  • Zo werd de landbouw verspreid in Azië, Europa, Afrika.

Slide 20 - Slide

De landbouw in Nederland
Rond 5300 v.C.: de eerste boerendorp in Zuid-Limburg.

Rond 5300 en 3000 v.C. werd de landbouw in heel Nederland overgenomen. 

  • Boeren kapten eerste met bijlen een stuk bos om en brandden het kaal. Daarna maakten ze de grond los om te zaaien. 
  • Akkers werden vuchtbaarder door er vee op te laten grazen. 
  • Boeren wisselde de grond af. 

Slide 21 - Slide

Oefen SO
timer
10:00

Slide 22 - Slide