2022-2023 H3: 3.2 / Oplossen met inklemmen - 2M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Lesplanning:   

• Bespreken lesdoel
• Terugblik: VK en 3.1
• Nieuwe Theorie
• Zelfstandig werken
• Huiswerk en afsluiting

H3 Formules en vergelijkingen:

VK Grafieken

1. Oplossen met grafieken

2. Oplossen met inklemmen

3. Oplossen met de balansmethode

4. Uitgebreide balansmethode

5. Lineaire formules

Telefoon in de telefoontas.

Lesdoel

Je hebt de leerdoelen van 3.2 behaald, of

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Terugblik

Wat is het snijpunt van deze
twee grafieken?

• Bij welke waarde voor  x zijn de
  blauwe grafiek en de
  rode grafiek even hoog? 
• En bij welke waarde voor y?

Terugblik

Bij de formule y = 80 - 12x hoort deze grafiek:

Als x = 4, wat is dan de y?

x-as

y-as

Terugblik

Bij de formule y = 80 - 12x hoort deze grafiek:

Als x = 4, wat is dan de y?

Lastig af te lezen!

Terugblik

Bij de formule y = 80 - 12x hoort deze grafiek:

Als x = 4, wat is dan de y?

x = 4 invullen in formule: 

        80 - 12^.4  = 32.
Dus y = 32.

3.2: Oplossen met inklemmen

3.2: Oplossen met inklemmen

Soms kunnen we een grafiek niet makkelijk aflezen.
Wat kunnen we dan doen? 

3.2: Oplossen met inklemmen

Soms kunnen we een grafiek niet makkelijk aflezen.
Wat kunnen we dan doen? 

We maken eerst een vergelijking.

3.2: Oplossen met inklemmen

Vergelijking:

95,90=5,25+4,90t

Wat betekent het = teken?

3.2: Oplossen met inklemmen

Vergelijking:

We willen een t vinden zodat de vergelijking klopt ofwel

we willen deze vergelijking oplossen.

95,90=5,25+4,90t

Wat betekent het = teken?

3.2: Oplossen met inklemmen

Oplossen met inklemmen:

We gaan verschillende getallen voor t invullen door te schatten. Dit om steeds dichter bij het juiste antwoord te komen en uiteindelijk de vergelijking op te lossen.

Dat noemen we inklemmen, dit doen we met een T-tabel.

95,90=5,25+4,90t

3.2: Oplossen met inklemmen

Schrijf mee in je aantekeningen!

Het is belangrijk om te weten dat er MINSTENS 3 berekeningen moeten staan. 

1 voor een t die te weinig is.

1 voor een t die te veel is.

1 voor een t die precies klopt. (dit kan met kommagetallen)

95,90=5,25+4,90t

3.2: Oplossen met inklemmen

Het boek doet het zo:

95,90=5,25+4,90t

Er moeten berekeningen bij!

  -------------- t

  ------ 95,90 = 5,25 + 4,90 t

Juiste berekening, volgende dia

3.2: Oplossen met inklemmen

95,90=5,25+4,90t

   t

t=20   

t=18

t=19

t=18,5

          95,90 = 5,25 +4,90t

5,25 +4,90 x 20 = 103,25      Te veel

5,25 +4,90 x 18 = 93,45        Te weinig

5,25 +4,90 x 19 = 98,35        Te veel

5,25 +4,90 x 18,5 = 95,90     GOED!

Dus: na 18,5 uur werken verdien je €95,90

Huiswerk

Maken:

H3: blz. 144 opg. 14, 24, 25, 26,

27, 29, 30, 31 en 34

Nakijken:

Vorige huiswerk

Zs

Zf

Zf

Huiswerk bespreken

Extra uitleg

Leerdoelen behaald?

Je hebt de leerdoelen van 3.2 behaald 

of weet wat je moet doen om deze te halen

• Wat is de vergelijking die
  hierbij hoort? 
• Welk getal zouden we als eerste 
  kunnen invullen?

Laatste 5 minuten terugkijken op leerdoelen, onderste twee vragen weer klassikaal beantwoorden.