3.2 - Oorlog buiten Europa

3.2 Oorlog buiten Europa
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

3.2 Oorlog buiten Europa

Slide 1 - Slide

Les voor vandaag
Lesopening: filmpje Indie
Lesdoel: Japan en de oorlog buiten Europa
Terugblik: Huiswerkcontrole / Vorige les
Instructie: Bezette gebieden en japanse nederlaag
Begeleid oefenen: oefenvragen
zelfstandig werken: opdracht 1 t/m 4
huiswerk reflectie: opdracht 1 t/m 4

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

3.2 Oorlog buiten Europa
Lesdoel:
Je weet waarom en hoe Japan gebieden veroverde

Je weet hoe Japan de bezette gebieden behandelde

Je kunt uitleggen hoe Japan de oorlog verloor

Je weet hoe andere werelddelen betrokken waren bij de wereldoorlog

Slide 4 - Slide

Terugblik
Huiswerkcontrole
Wat hebben we vorig les gedaan?
Wie waren de asmogendheden?

Slide 5 - Slide

Japan
Keizer Hirohito
Duitsland
Adolf Hitler
Italië
Benito Mussolini
Asmogendheden: de bondgenootschap van Duitsland, Italië en Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 6 - Slide

Germaanse volk had Lebensraum nodig. Wat moest daarvoor gebeuren?
A
Verdrijven van Slavische volkeren
B
Meer kinderen krijgen
C
Meer ruimte om te leven
D
Meer landbouw

Slide 7 - Quiz

Waarom was het belangrijk om meer Lebensraum te krijgen?
A
Rassenoorlog
B
Was volgens Verdrag van Versailles
C
Grotere huizen nodig
D
Meer leefruimte voor het Germaanse volk

Slide 8 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in juiste volgorde
Je mag met z'n tweeën werken
Zoek op wat de volgende gebeurtenissen inhouden en zet op de juiste volgorde in jouw schrift
- Krisstalnacht
- Eerste Wereldoorlog
- Inval Nederland
- D-Day
- Vrede van Versailles
- Hitler wordt kanselier
- Pearl Harbor
- Operatie Barbarossa
- Bloedbad van Nanjing
- Battle for Britain

Slide 9 - Slide

Antwoorden
Zoek op wat de volgende gebeurtenissen inhouden en zet op de juiste volgorde in jouw schrift
- Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
- Vrede van Versailles (1919)
- Hitler wordt kanselier (1933)
- Bloedbad van Nanjing (13 december 1937)
- Krisstalnacht (9/10 november 1938)
- Inval Nederland (10-14 mei 1940)
- Battle for Britain (juli-oktober 1940)
- Operatie Barbarossa (juni 1941-december 1941)
- Pearl Harbour (december 1941)
- D-Day (6 juni 1944)

Slide 10 - Slide

Instructie

Slide 11 - Slide

Japanse veroveringen
Tweede Wereldoorlog in Azië start door Japan, o.a omdat nationalistische soldaten wilden uitbreiden. 
Eerst Korea en daarna veroverden ze delen van China. Daarna veroverden ze Nederland-Indië, de Filipijnen (van Amerika) en koloniën van FRA en GB

1941: Aanval op Pearl Harbor
Juni 1942: Japanse vloot wordt verslagen door Amerika in de Stille Oceaan

Slide 12 - Slide

Japan en bezette gebieden (Grote Oost-Aziatische Welvaartsfeer
Azië voor Aziaten: eerst worden de Japanners ontvangen als bevrijders, maar Japan onderdrukt de andere volken. Japanners leerden dat ze het goddelijke ras waren

1937: Bloedbad van Nanjing (over het aantal slachtoffers is nog steeds veel discussie)

Troostmeisjes (seksslaven voor het leger) 100.000 meisjes, Dwangarbeid en 'Jappenkampen ( Blanke vrouwen / Kinderen)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Andere werelddelen
Noord-Afrika: Amerikanen en Britten vechten tegen Duitsers en Italianen. Afrikakorps van Duitsland

Amerika: er wordt niet gevochten, maar de economie gaat over op oorlogsproductie. Meer oorlogsmaterieel dan de asmogendheden samen

Suriname en Curaçao (koloniën van NL) leveren aan Amerika



Slide 15 - Slide

Japanse nederlaag
Amerikanen focussen eerst op Europa en richten zich daarna pas op Japan (1943).

'Liever eervol sterven, dan oneervol gevangengenomen worden' (Japan)
-> kamikazes

1945: Truman (VS) besluit gebruik te maken van een atoombom om Japan tot overgave te dwingen op Hiroshima en Nagasaki.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

De atoombommen
De grote vraag is:
Hebben de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki geleid tot het einde van de Tweede Wereldoorlog?


Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
Intensief/Basis: opdracht 1 t/m 3
Plus/Compact: 1 en 3


Ben je klaar? Kijk dan je werk na. Is het niet af?
Dan is het huiswerk

Slide 20 - Slide

Reflectie / huiswerk
Hoe is de les gegaan?

Slide 21 - Slide