Oefentoets H4 Energie in Nederland

Oefentoets H4 Energie in Nederland
Aardrijkskunde leerjaar 3



Toetsinstructie
- Via deze app maak je de oefentoets H4 aardrijkskunde.

- Er zijn in totaal 24 vragen die je moet beantwoorden.

- Succes!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets H4 Energie in Nederland
Aardrijkskunde leerjaar 3



Toetsinstructie
- Via deze app maak je de oefentoets H4 aardrijkskunde.

- Er zijn in totaal 24 vragen die je moet beantwoorden.

- Succes!

Slide 1 - Slide

Verklaar waarom er in Nederland meer verbruik in aardgas is, dan globaal gezien. Leg je verklaring zo goed mogelijk uit.

Slide 2 - Open question

Wat is de functie van een dynamo in een Elektriciteitscentrale?
A
het aandrijven van de turbine
B
het opwekken van stroom
C
het overbrengen van elektriciteit naar het netwerk
D
het rondpompen van het koelwater

Slide 3 - Quiz

Het totale verbruik aan hernieuwbare energie ligt in Nederland lager dan wereldwijd gezien. Noteer een natuurlijke kenmerk waarom er in Nederland nauwelijks waterkrachtenergie wordt opgewekt.

Slide 4 - Open question

Er bestaan primaire- en secundaire energiebronnen. Welk van onderstaande energiebronnen is alleen een secundaire energiebron?
A
Steenkool
B
De zon
C
Kernenergie
D
Water

Slide 5 - Quiz

Er bestaan primaire- en secundaire energiebronnen.
A. Leg uit in welk geval de energiebron "Aardgas" een primaire energiebron is.
B. Leg uit in welk geval de energiebron "Aardgas" een secundaire energiebron is.

Slide 6 - Open question

Wat is de volledige naam van deze centrale?

Slide 7 - Open question

Leg uit hoe het komt dat als een land welvarender wordt, dat dit ook tot een stijging van het energieverbruik leidt.

Slide 8 - Open question

Welke sector verbruikt in Nederland de meeste energie?
A
Huishoudens
B
Landbouw en Visserij
C
Transport
D
Industrie

Slide 9 - Quiz

In het Carboon zijn veel planten- en bomenresten niet vergaan, maar zijn ze steeds dieper in de ondergrond komen te liggen. Door een toename van de druk en de temperatuur werden het water en de gassen eruit geperst, waardoor het gehalte aan koolstof toenam.
Welk proces wordt hier beschreven?
A
inklinking
B
inkoling
C
indamping
D
veenvorming

Slide 10 - Quiz

Fossiele brandstoffen heten niet voor niets fossiele brandstoffen.
Noteer de reden waarom.

Slide 11 - Open question

Welk van onderstaande fossiele brandstoffen kan enkel ontstaan vanuit organische resten vanuit de oceaan?
A
Steenkool
B
Aardolie
C
Aardgas

Slide 12 - Quiz

Lees de volgende stellingen.
Stelling 1: Aardgas ontstaat alleen in combinatie met aardolie.
Stelling 2: Aardolie ontstaat uit organische resten van zeeorganismen.
Welke stellingen zijn juist?

A
Stelling 1 en stelling 2
B
Stelling 1 is juist en Stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 is onjuist en Stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 13 - Quiz

[1] zit in belletjes opgesloten in gesteente op 3 tot 5 km onder het aardoppervlak. Om dit [1] te winnen, moet het gesteente stukgemaakt worden, dat heet fracken. Dit gebeurt in het buitenland met veel water, zand en allerlei chemicaliën, die onder hoge druk de grond in worden gepompt.
-> Welk woord hoort er op plaats 1 te staan?
A
schaliegas
B
steenkool
C
teerzandolie

Slide 14 - Quiz

Het aantal jaren dat de wereld met de bewezen voorraden fossiele brandstoffen kan doen, kan groter of kleiner worden.
→ Welke factor zorgt ervoor dat dit aantal jaren groter wordt?

A
het inzetten van hernieuwbare energiebronnen
B
de bevolkingsgroei
C
de verhoging van het verbruik per persoon
D
de welvaartsgroei

Slide 15 - Quiz

Aardbevingen in Groningen.
De NAM wil de [1] in Groningen terugbrengen. Dat staat in een voorstel dat de NAM woensdag naar Staatstoezicht op de Mijnen heeft gestuurd naar aanleiding van de aardbeving van maandag in de buurt van Loppersum. De aardbeving had een kracht van 3.4 en het epicentrum lag in de plaats Zeerijp, ten noorden van Loppersum. Het was de zwaarste beving sinds 2012.
Welk woord hoort er op de plaats van 1 te staan?

A
Aardoliewinning
B
Gaswinning
C
Schaliegaswinning
D
Steenkoolwinning

Slide 16 - Quiz

Beschrijf de oorzaak-gevolg relatie van de wereldwijde aardolievoorraad als de benzineprijzen zullen gaan stijgen.

Slide 17 - Open question

Nederland wil het rijden in elektrische auto’s stimuleren, omdat elektrische energie duurzamer is dan fossiele brandstoffen.
→ Wat is hierbij een belangrijke voorwaarde?

A
De stroom moet met hernieuwbare energiebronnen zijn opgewekt.
B
We moeten korte afstanden met de auto gaan rijden, in plaats van met de fiets.
C
We moeten elektriciteit importeren die is opgewekt met kernenergie.
D
We moeten de milieu zones in de grote steden verkleinen.

Slide 18 - Quiz

Over ongeveer 30 jaar wil Nederland dat de toename koolstofdioxide in de atmosfeer met 80- tot 95% verminderd is. Hoe gaan we dit aanpakken?
Geef minimaal 3 voorbeelden hoe Nederland dit wilt gaan doen.
Leg duidelijk uit waarom je antwoord de koolstofdioxide in de atmosfeer aanpakt.

Slide 19 - Open question

Bij geothermische energie wordt er water diep in de ondergrond getransporteerd en opgepompt. Waarom is deze techniek in Nederland te duur?

Slide 20 - Open question

Energietransitie in Nederland.
In welk jaartal wil Nederland minimaal 16% duurzame energie gebruiken, en in welk jaartal wil Nederland 100% duurzame energie gebruiken?
(jaartal 1 is 16%, en jaartal 2 100% in antwoordmogelijkheden)
A
2013, 2050
B
2023, 2060
C
2032, 2075
D
2023, 2050

Slide 21 - Quiz

Noem een voor- en een nadeel van de hernieuwbare energiebron "Biomassa".
Uit je antwoord moet blijken waarom biomassa niet volledig een groene energiebron kan worden genoemd.

Slide 22 - Open question

Leg de oorzaak-gevolg relatie uit tussen het verbruik van fossiele brandstoffen en de toenemende klimaatverandering. Vergeet in je uitleg niet de diverse tussenstappen te noemen!

Slide 23 - Open question

Wat is een voorbeeld van "schoon fossiel"?
A
carbon capture & storage (CCS)
B
aardwarmte
C
aardolie
D
aardgas

Slide 24 - Quiz



Controleer goed of je alle vragen hebt beantwoord!
Einde toets

Slide 25 - Slide