hoofdstuk 5 paragraaf 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5 paragraaf 2

Je maakt nu eerst de Lesson-up voor paragraaf 2. Wanneer je klaar bent ga je aan de slag met de vragen uit het boek. 

Als er een envelopje op de slide staat open deze dan even!

Korte terugblik

In paragraaf 5.1 hebben we gekeken naar de bezittingen.

Vaste activa

Vlottende activa 

Liquide middelen

En naar de balans.

Bezittingen en schulden zijn op een balans altijd gelijk

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn debiteuren?

Debiteuren behoren tot de ....

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquide middelen
4. Eigen vermogen

Doelen

Deze les kijken we naar het, 

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Solvabiliteit berekenen

De balans

De achtergrond van deze slide is de balans. 

We gaan nu kijken naar de rechterkant. 

Dit noemen we de passiva of credit kant

Op deze kant staat je eigen vermogen en je schulden. 

Eigen vermogen

Het eigen vermogen is het bedrag dat de ondernemer in de onderneming heeft gestopt.

Wanneer een bedrijf winst maakt zal het eigen vermogen toenemen.

Janine heeft een fietsenbedrijf. Ze heeft een eigen vermogen van €3000,-. Ze maakt dit jaar een winst van €6000 Euro. Wat is haar nieuwe eigen vermogen

1. €3000
2. €6000
3. €9000
4. €7000

Vreemd vermogen

Helaas kan je vaak als ondernemer niet alles zelf betalen. Daarom moet er geld geleend worden. Dit noemen we vreemd vermogen.

Lang vreemd vermogen zijn leningen voor langer dan 1 jaar

Kort vreemd vermogen zijn leningen voor korter dan 1 jaar

Janine heeft een hypotheek afgesloten voor 30 jaar. Waar staat dit op de balans

1. Eigen vermogen
2. Lang vreemd vermogen
3. Kort vreemd vermogen
4. Crediteuren

Aandelen vermogen

Wanneer je niet met een eenmanszaak of een VOF te maken hebt. Maar met een BV of NV. 

Dan bestaat het eigen vermogen uit aandeel vermogen

Aandelen zijn kleine stukjes van een bedrijf die je kan bezitten.

Wanneer een bedrijf winst maakt kan je dividend krijgen op je aandeel (dit is een kleine winstvergoeding)

Vreemd vermogen 

Geleend geld noemen we dus vreemd vermogen

Dit kan bestaan uit;

Hypotheek - een lening met een onderpand (huis, pand)

Onderhandse lening - lening van familie of kennissen 

Crediteuren - je hebt al spullen besteld en gekregen maar moet nog betalen

Wanneer je een groot bedrag voor een pand wilt lenen kan je een hypotheek afsluiten. Leg uit waarom een bank minder risico loopt bij een hypotheek dan bij een normale lening

Welke ondernemings vorm is 't frituurtje, en waarom?

Er wordt 2000 afgelost op de onderhandse lening via de bank. Welke posten veranderen en hoeveel

Solvabiliteit 

Een bedrijf met teveel schulden is niet verstandig. Schulden moeten namelijk altijd terug betaald worden.

De verhouding tussen geleend geld en eigen vermogen noemen we de solvabiliteit

Wanneer de solvabiliteit boven 50% is kan de onderneming zijn schulden betalen. Het bedrijf is dan solvabel

Bereken de solvabiliteit
(EV / VV) * 100

1. 12,98
2. 33,22
3. 55,3%
4. 41,95 %

Is het bedrijf uit de vorige vraag solvabel gekeken naar de uitkomst?

1. Ja
2. Nee

Klaar met de Lesson-Up

Pak nu je boek! 

Maak paragraaf 5.2 Alle theorie is al behandeld.