What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Paragraaf 1.4 Neerslag
1.4 De zon als motor: neerslag
1 / 53
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
53 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1.4 De zon als motor: neerslag
Slide 1 - Slide
1.1 Het weer en klimaat
Hoofdstuk 1: Weer en Klimaat
1.2 De zon als motor
1.3 Luchtdruk en wind
1.4 Neerslag
Deelvraag: Hoe ontstaat neerslag?
1.5 Motor van luchtcirculatie
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 1.4
Aan het einde van de les:
Kun je uitleggen waarom op plaatsen waar (warme) lucht opstijgt, neerslag kan ontstaan.
Kun je uitleggen waarom uit sommige wolken geen neerslag valt en je gebruikt hierbij de begrippen luchtvochtigheid en grootte van de waterdruppels.
Kun je uitleggen waarom op plaatsen waar (koude) lucht in de atmosfeer daalt, geen neerslag zal ontstaan.
Kun je drie soorten neerslag herkennen in een afbeelding en uitleggen hoe deze soorten neerslag ontstaan.
Kun je de waterkringloop in een afbeelding herkennen en daarbij de verschillende onderdelen van de waterkringloop benoemen.
Tijdens de uitleg:
ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
maak je aantekeningen
Slide 3 - Slide
Drie plekken onderzoeken
1.
Waarom regent het in Suriname zo veel en hard?
2
. Waarom is Death Valley zo droog?
3.
Waarom kan je in Nederland een muur van onweerswolken op je af zien komen?
Slide 4 - Slide
Luchtvochtigheid en het ontstaan van wolken
Hoe ontstaat
neerslag
? Zet de zinnen in de juiste volgorde
Zon verwarmt de aarde / water .
Warme lucht verdampt en stijgt op.
Lucht die opstijgt koelt af.
Er ontstaat condensatie en er vormen zich kleine waterdruppeltjes(wolken).
Als de druppeltjes te zwaar worden kunnen ze niet meer blijven zweven maar vallen door de zwaartekracht naar beneden:
NEERSLAG
4-3-1-2-5
Maak aantekeningen!!
Slide 5 - Slide
Soorten neerslag
Er zijn 3 soorten neerslag:
1. Stijgingsneerslag
2. Frontale neerslag
3. Stuwingsneerslag
Maak aantekeningen!!
Slide 6 - Slide
Stijgingsneerslag
1. Stijgingsneerslag:
Neerslag die je vooral tegenkomt in de tropen ( evenaar)
In de tropen is het altijd warm.
Warme lucht stijgt op en als het opstijgt koelt het af.
Waterdamp --> Condensatie --> wolken --> regendruppels.
Als regendruppels zwaar genoeg zijn vallen ze naar beneden.
Maak aantekeningen!!
Slide 7 - Slide
Hoe ontstaan wolken?
Slide 8 - Slide
Stijgingsneerslag
Slide 9 - Slide
Stuwingsneerslag
2. Stuwingsneerslag
Neerslag die ontstaat in gebieden met gebergten.
1. Loefzijde van de berg:
Warme lucht stijgt op, koelt af, condensatie, wolken en neerslag.
2. Lijzijde / Regenschaduw:
Warme lucht daalt, wolken lossen op, droog + geen neerslag.
Maak aantekeningen!!
Slide 10 - Slide
Vul de volgende begrippen op de juiste plek in
aanlandige wind
stijgende lucht
dalende lucht
regenschaduw
loefzijde
lijzijde
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Lucht moet stijgen > koelt af > kan minder waterdamp bevatten > er ontstaan wolken > neerslag = loefzijde: natte kant van een berg
Slide 13 - Slide
Stuwingsneerslag in de loefzijde
Slide 14 - Slide
Frontale neerslag
3. Frontale neerslag (depressies)
Ontstaat vooral in West - Europa.
Warme en koude lucht botsen / de plek waar ze elkaar raken noem je een front.
Warme en koude lucht kunnen niet mengen dus warme lucht stijgt op en koelt af.
Waterdamp conderseert --> wolken onstaan --> zware druppels zorgen voor neerslag.
Maak aantekeningen!!
Slide 15 - Slide
Frontale neerslag
Slide 16 - Slide
Drie plekken onderzoeken
1.
Waarom regent het in Suriname zo veel en hard?
2
. Waarom is Death Valley zo droog?
3.
Waarom kan je in Nederland een muur van onweerswolken op je af kan zien komen?
Slide 17 - Slide
Klimaatgebieden
Suriname
Evenaar
Death
Valley
Nederland
Slide 18 - Slide
Waarom regent het in Suriname zo veel en hard?
klimaatgrafiek Paramaribo
Slide 19 - Slide
Waarom is Death Valley zo droog?
Slide 20 - Slide
Waarom kan je in Nederland een muur van onweerswolken op je af zien komen?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
De waterkringloop
Slide 23 - Slide
Waterkringloop
1. Zon verwarmt water, er ontstaat waterdamp.
2. Waterdamp stijgt op en koelt af.
3. Er ontstaat condensatie - wolken - regendruppels.
4. Neerslag op zee of op land.
Neerslag op zee: Korte waterkringloop - Neerslag op land: Lange waterkringloop
Neerslag op land komt altijd terug in zee door:
1. Afstromen
( door meren, rivieren etc.)
2. Infiltratie
( Via grondwater)
Maak aantekeningen!!
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Vragen?
Slide 27 - Slide
Aan de slag
Ga naar
H1.4 Weer en Klimaat
Maak:
2 t/m 7 + samenvatting (opdr.9)
Slide 28 - Slide
HERHALING
Paragraaf 1.4
Neerslag
Slide 29 - Slide
Het overgaan van waterdamp (gasfase) in water (vloeibare fase) noem je...
A
Verdamping
B
Infiltratie
C
Condenseren
Slide 30 - Quiz
Welke drie soorten van neerslag heb je geleerd?
Slide 31 - Open question
Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag
Slide 32 - Drag question
Stijgingsneerslag ontstaat vaak in ...
A
West - Europa
B
De tropen
C
Koude gebieden
D
woestijnen
Slide 33 - Quiz
Hoe ontstaat stijgingsneerslag?
Slide 34 - Open question
Waar ontstaat frontale neerslag?
A
In koude gebieden
B
West - Europa
C
In woestijnen
D
Rondom de evenaar
Slide 35 - Quiz
Hoe ontstaat frontale neerslag?
Slide 36 - Open question
Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Loefzijde
Lijzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw
Slide 37 - Drag question
In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping
Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?
A
1 - 3 - 4 - 2 - 5
B
1 - 5 - 3 - 4 - 2
C
5 - 4 - 1 - 3 - 2
D
5 - 1 - 3 - 2 - 4
Slide 38 - Quiz
Welke twee onderdelen van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop
A
Afstroming en condensatie
B
Afstroming en infiltratie
C
Condensatie en verdamping
D
Verdamping en infiltratie
Slide 39 - Quiz
Op welke twee manieren komt in de (lange) waterkringloop neerslag altijd weer terug in zee?
Slide 40 - Open question
Sleep de woorden naar het juiste begrip. Welke woorden horen er bij het weer? En welke horen er bij het klimaat?
Weer
Klimaat
De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.
Het gemiddelde weer in een gebied, berekend over een periode van dertig jaar.
Is een momentopname
Morgen is er vrij veel bewolking en in het noorden en oosten kan in de ochtend plaatselijk een beetje regen vallen.
Gemiddeld het hele jaar nooit kouder dan 18 graden
Neerslag in alle seizoenen
Slide 41 - Drag question
Welke weerelementen worden er op het weerbericht altijd genoemd?
A
temperatuur, wind, neerslag en bewolkingsgraad
B
mooi weer, neerslag, sneeuw, bewolkingsraad
C
temperatuur, zonkracht, neerslag, bewolkingsgraad
D
uv-staling, temperatuur, neerslag, bewolkingsgraad.
Slide 42 - Quiz
Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid aardoppervlak
Slide 43 - Quiz
Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid van het aardoppervlak
Slide 44 - Quiz
Welke temperatuurfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
windrichting
D
gesteldheid aardoppervlak
Slide 45 - Quiz
Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quiz
Welk klimaat heeft Nederland?
A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
koud klimaat
Slide 47 - Quiz
Een lijn die gebieden met dezelfde luchtdruk met elkaar verbindt noem je
A
barometer
B
Hectopascal
C
isofix
D
isobaar
Slide 48 - Quiz
Bij een lage luchtdruk is er meestal (maar niet altijd!)kans op
A
neerslag
B
droog weer
Slide 49 - Quiz
Klimaat met weinig neerslag
Klimaat met zachte winters en koele zomers
Klimaat waar het vaak vriest
Klimaat met hoge temperaturen en veel neerslag
Klimaat met warme zomers en koude winters
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Koud klimaat
Slide 50 - Drag question
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Gematigd klimaat
Slide 51 - Drag question
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Nat klimaat
Slide 52 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zee (Gematigd) klimaat
D
Pool klimaat
Slide 53 - Quiz
More lessons like this
Paragraaf 1.4 Neerslag
8 days ago
- Lesson with
43 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 1.4 Neerslag
September 2022
- Lesson with
45 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
4. Neerslag
December 2017
- Lesson with
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
Weer en Klimaat Spanje
March 2018
- Lesson with
14 slides
by
Aardrijkskunde!
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
Aardrijkskunde!
Weer en Klimaat Spanje
February 2019
- Lesson with
14 slides
by
www.lessonup.io
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
Examentraining
H 1.1 Weer en klimaat, weerelementen, deel 2
November 2023
- Lesson with
34 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2.4-2
January 2021
- Lesson with
15 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
2.4
August 2023
- Lesson with
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1