This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Oefenen se 1
Slide 1 - Slide
Noem de 3 spaarmotieven
Slide 2 - Open question
De mate waarin we in onze behoeften kunnen voorzien noemen we ...
Slide 3 - Open question
Noem de drie geldfuncties
Slide 4 - Open question
Je ziet een leuke jas bij de zara voor €50 en bij de H&M voor €60. H&m is €10 duurder. Welke functie van geld herken je in dit voorbeeld?
A
rekenmiddel
B
ruilmiddel
C
spaarmiddel
Slide 5 - Quiz
Wie betaalt de btw?
Slide 6 - Open question
Geld op je spaarrekening is giraal geld.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Elektronisch betalen kan alleen met je pinpas bij een betaalautomaat
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Wat is een secundaire behoefte?
A
Brood
B
Scooter
C
een jeans
D
verwarming in huis
Slide 9 - Quiz
Verklaar hoe het komt dat thuiswonende jongeren een groter deel van hun budget besteden aan hun secundaire behoeften dan hun ouders.
Slide 10 - Open question
Geef een voorbeeld voor sparen uit voorzorg
Slide 11 - Open question
Je kunt sparen voor een 'doel'. Geef een voorbeeld van zo'n doel.
Slide 12 - Open question
Noem een voorbeeld van consumptief krediet.
Slide 13 - Open question
Leyla wil een persoonlijke lening afsluiten. Volgens haar vriendin Kim moet Leyla dan eerst een overzicht maken van haar inkomsten en uitgaven. Verklaar waarom Kim dat zegt.
Slide 14 - Open question
Noem de 3 soorten inkomens.
Slide 15 - Open question
Ali is 78 jaar en moet rondkomen van alleen een AOW uitkering. AOW is een voorbeeld van:
A
Inkomen uit bezit
B
Inkomen uit arbeid
C
Overdrachtsinkomen
Slide 16 - Quiz
Wat zijn vrije goederen?
A
Zeewater, zonlicht, wind
B
Brood, melk, boter
C
Ipad, Iphone, Macbook
Slide 17 - Quiz
Door meer concurrentie, kan de klant profiteren van de extra kortingen/acties.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Noem manieren om je arbeidsproductiviteit te verhogen.
Slide 19 - Open question
Wat is zelfvoorziening?
Slide 20 - Open question
Een bedrijf wil investeren in nieuwe machines, zodat de productie kan toenemen. Bedenk een kostensoort die omhoog zal gaan door deze investering.
Slide 21 - Open question
Eten kan zowel basisbehoefte als secundaire behoefte zijn. Leg dit met een voorbeeld uit.
Slide 22 - Open question
Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel
Slide 23 - Quiz
Noem de productiefactoren.
Slide 24 - Open question
Noem de beloningen van : Natuur arbeid kapitaal onderneming schap