Werkwoordspelling - vt

Werkwoordspelling
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Tegenwoordige tijd
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1: ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)
4. uitzondering

Slide 2 - Slide

Weten we het riedeltje nog?

TIJD > PERSOON > GETAL > REGEL > TOEPASSEN

Slide 3 - Slide

Vul de goede werkwoordsvormen in:
1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?
2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...
3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.
4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

Slide 4 - Slide

Antwoorden
1. Houdt je broer van detectives of herkent hij zich niet in politieagenten?
2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 
3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.
4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek bestelt?

Slide 5 - Slide

Werkwoorden in de vt
Sterke werkwoorden = veranderen van klank
loop > liep, zwem > zwom, geniet > genoot

Zwakke werkwoorden = ik-vorm + te(n)/+de(n)
werkte(n), voetbalde(n)

Slide 6 - Slide

Werkwoorden in de vt
/
/

Slide 7 - Slide

Dus:
     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          ik-vorm + te / ten              fietsen               ik  fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         ik-vorm +de / den           bellen                  ik  belde

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 10 - Slide

Antwoorden
1. De politie (7) verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (5) maakte, (6) duimde Janita voor mij.
3. We (10) durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur (7) bonkte.
4. Terwijl ik (6) tobde over mijn cijfers, (7) kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Huiswerk: zie planner

Slide 12 - Slide