Persoonsvorm ww

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 1 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt

Slide 2 - Quiz

Welke persoonsvorm is verkeerd geschreven?

A
had
B
kookte
C
snauw
D
ruikte

Slide 3 - Quiz

Werkwoordsvormen
  • Persoonsvorm

  • Voltooid deelwoord

  • Infinitief

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les:
  • Je weet welke drie werkwoordsvormen er zijn.
  • Je kunt deze werkwoordsvormen herkennen in een zin.
  • Je weet op welke drie manieren je de persoonsvorm kunt vinden.
  • Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden met behulp van de tijdproef, getalsproef en/of vraagzin maken.

Slide 5 - Slide

De persoonsvorm

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Het infinitief/het hele werkwoord
Als er een heel werkwoord in de zin voorkomt, is een ander werkwoord de persoonsvorm.
Voorbeeld:
Karin en Maxiem willen naar hun favoriete muziek luisteren.
Wat is de pv?
Wat is het hele werkwoord?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Heb je de doelen van deze les bereikt?
We checken je kennis aan de hand van een quiz.
We gaan eens kijken.

Slide 11 - Slide

Hoeveel werkwoordsvormen zijn er?
A
3
B
5
C
4
D
2

Slide 12 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
De houthakkers in de geblokte shirts willen veel bomen omhakken.
A
willen
B
bomen
C
houthakkers
D
omhakken

Slide 13 - Quiz

Hoeveel infinitieven staan in de volgende zin:
Wat zullen jullie in het weekeinde gaan doen?
A
2
B
1
C
3
D
geen

Slide 14 - Quiz


Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Ik heb veel taarten gebakken en opgegeten.
A
gebakken
B
gebakken, opgegeten
C
opgegeten
D
heb

Slide 15 - Quiz

Hijgend liep hij met zijn hondje naar de hondenuitlaatplaats en liet het hondje plassen.
Hoeveel verschillende werkwoordsvormen heeft deze zin?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 16 - Quiz

In deze zin staat een voltooid deelwoord. - De jongen wilde het gekregen cadeau niet teruggeven.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 17 - Quiz

In deze zin staat een voltooid deelwoord. - Op school heb ik een goed cijfer op de toets gekregen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 18 - Quiz

Wat is de persoonsvorm van de deze zin? - In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.

Slide 19 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van de deze zin? - De gebraden kip is erg lekker geworden.
A
gebraden
B
gebraden & geworden
C
geworden
D
Er is geen voltooid deelwoord.

Slide 20 - Quiz

Een infinitief is nooit de persoonsvorm.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 21 - Quiz

Door de zin van tijd te veranderen vind je de persoonsvorm.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 22 - Quiz

In een zin met meerdere werkwoorden zit altijd een persoonsvorm.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 23 - Quiz