3K 1.5 Promille

1.5 Promille
Rekenen met procenten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.5 Promille
Rekenen met procenten

Slide 1 - Slide

In deze les leer je...
  • Een promillage berekenen
  • Rekenen met promille

Slide 2 - Slide

Promille
Als een toename erg klein is, kun je beter rekenen met promille dan met procent. 

1 procent = 1% =         = 0,01

1 promille = 1 ‰ =            = 0,001

1001
10001

Slide 3 - Slide

Promille vermenigvuldigingsfactor

Ook bij promille kun je met een vermenigvuldigingsfactor (kommagetal) rekenen

1% =   1 : 100  = 0,01

 1 ‰ =  1 : 1000  = 0,001

Slide 4 - Slide

Promille
Bij promille rond je af op 1 decimaal

In plaat van hoeveel promille kun je ook "welk promillage" zeggen.

Slide 5 - Slide

Promille
Stap 1 Bereken hoeveel er in het echt zijn bijgekomen.

68979 - 68836 = 143 inwoners zijn erbij gekomen



In 2021 had Assen 68836 inwoners.
In 2022 had Assen 68979 inwoners.
Hoeveel promille is de bevolkingstoename?

Slide 6 - Slide

Promille
Stap 2 Bereken met hoeveel promille

                    x 1000 = 2,077 =  2,1 ‰


In 2021 had Assen 68836 inwoners.
In 2022 had Assen 68979 inwoners.
Hoeveel promille is de bevolkingstoename?
68836143

Slide 7 - Slide

Promille
Als je een verhoudingstabel wilt gebruiken, begin je bij 1000‰.
68979 - 68836 = 143

1000
inwoners
68836
143

Slide 8 - Slide

Welke vermenigvuldigingsfactor (kommagetal) hoort er bij 36‰?
A
36,0
B
3,6
C
0,36
D
0,036

Slide 9 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak nu opdrachten 56 t/m 67 van hoofdstuk 1. 
Je bent daarbij 15 minuten stil aan het werk. Als je een vraag hebt, steek je je vinger op. 
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Weet je nu hoe je dit werkt?
  • Een promillage berekenen
  • Rekenen met promille

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Voor de volgende les:
Maken: opdrachten 37 t/m 55 van paragraaf 1.4

Succes en tot dan!

Slide 12 - Slide