Bloedziekten en Auto-immuunziekten: Begrijpen en Herkennen

Bloedziekten en Auto-immuunziekten: Begrijpen en Herkennen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bloedziekten en Auto-immuunziekten: Begrijpen en Herkennen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verschillende ziekten van het bloed en auto-immuunziekten benoemen en herkennen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over ziekten van het bloed en auto-immuunziekten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Inleiding
Wat zijn ziekten van het bloed en auto-immuunziekten? Laten we eens kijken naar de verschillende soorten en hun impact.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Functie van Bloed
Het bloed transporteert zuurstof, voedingsstoffen en afvalproducten door het lichaam. Ook speelt het een rol in de afweer tegen ziekten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bloedziekten
Bloedziekten omvatten aandoeningen zoals bloedarmoede, hemofilie en leukemie. Ze kunnen diverse oorzaken hebben en verschillende symptomen vertonen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Auto-immuunziekten
Bij auto-immuunziekten valt het immuunsysteem gezonde cellen en weefsels aan. Voorbeelden zijn reumatoïde artritis, multiple sclerose en lupus.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Symptomen en Diagnose
Veel voorkomende symptomen van bloedziekten en auto-immuunziekten zijn vermoeidheid, bloedarmoede, en pijn in de gewrichten. Diagnose vereist vaak bloedonderzoek en medische beeldvorming.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
De behandeling van deze ziekten varieert van medicatie tot bloedtransfusies en fysiotherapie. Het is belangrijk om de juiste behandeling op maat van de patiënt te kiezen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Rol van de Verzorgende IG
Als verzorgende IG speel je een cruciale rol in het herkennen van symptomen, ondersteunen van patiënten en communiceren met andere zorgverleners over de zorgbehoefte van de patiënt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.