‹Return to search

Ch. 7 B, (C) D 14/5

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui:
  • On va faire un petit test formatif
  • On va apprendre nouvelle grammaire
Le but de ce cours: Je kent de passé composé met het werkwoord être.

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui:
  • On va faire un petit test formatif
  • On va apprendre nouvelle grammaire
Le but de ce cours: Je kent de passé composé met het werkwoord être.

Slide 1 - Slide

Naar de les Frans neem je ALTIJD mee:

  • Ton livre (je boek) (attention: boek B!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge (een blauwe/rode pen)
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Slide

Les règles de classe:
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je iets wilt vragen/zeggen -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Slide

Les devoirs
Répète Bron A, B, C ch. 7 (pages 118-120)

Slide 4 - Slide

Traduis les mots & phrases
  1. j'ai hâte
  2. combien
  3. désolé(e)
  4. rigoler
  5. jouer de la batterie
  6. Qu'est-ce que tu fais ce weekend?
  7. C'était génial
  1. jammer
  2. al
  3. voorstellen
  4. doorbrengen
  5. tot
  6. met wie?
  7. zaterdag ga ik naar het feest van Enzo. 

Slide 5 - Slide

C: Phrases-clés
Quoi (wat): On fait ex. 13a, b, c, e
Comment: ensemble
Aide: Bron C (page 120)
Temps: 15 minutes
Prêt: on fait ex. 14 ensemble (fais une interview)

Slide 6 - Slide

Le passé composé
C'est quoi?
fais un passé composé:


Slide 7 - Slide

D: Grammaire
ON FAIT EX. 16A ENSEMBLE + ON LIT 16B 
Quoi (wat): fais ex. 16c, d, e, 17a
Comment: seul
Aide: Bron D (page 121)
Temps: 5 minutes
Prêt: fais ex. 17c

Slide 8 - Slide

(cahier) De Passé composé met de hulpwerkwoorden avoir & être

Bij de meeste zinnen kun je letterlijk vanuit het nederlands vertalen!
Bijv. Ik heb gedanst -> j'ai dansé
Ik ben gegaan -> Je suis allé
UITZONDERING!! -> Ik ben geweest = ?
Vervoeg de beide werkwoorden avoir & être in je schrift!

Slide 9 - Slide

avoir=hebben
être=zijn

Slide 10 - Slide

Passé comp. met avoir
(avec le verbe regarder)
J'
il 
elle 
ils 
elles 



Passé comp. met être
(avec le verbe aller)
Je 
il 
elle
ils
elles

Slide 11 - Slide

D: Grammaire
ON LIT 17B ENSEMBLE
Quoi (wat): fais ex. 17c, d, e
Comment: seul
Aide: Bron D (page 121)
Temps: 5 minutes
Prêt: fais ex. 18, 19a

Slide 12 - Slide

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 13 - Slide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 14 - Drag question

More lessons like this

Ch. 7 B, (C) D 14/5

- Lesson with 14 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Havo 2 Ch. 7(C)+ D 14/5

- Lesson with 12 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Havo 2 Ch. 7(C)+ D 14/5

- Lesson with 12 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Havo 2 Ch. 7(C)+ D 14/5

- Lesson with 12 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Havo 2 Ch. 7(C)+ D 14/5

- Lesson with 12 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Havo 2 Ch. 7 B C

- Lesson with 12 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Ch. 7 D, E + H 17/5

- Lesson with 21 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Havo 2 Ch. 7D + E 16/5

- Lesson with 27 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1