Adverbs & Possessives

Planning
- Huiswerkcontrole
- GTH Les + Herhaling
- BKT Zelfstandig aan de slag met: 55, 56, 57. Klaar? 
Laptop pakken & Self-test maken!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
- Huiswerkcontrole
- GTH Les + Herhaling
- BKT Zelfstandig aan de slag met: 55, 56, 57. Klaar? 
Laptop pakken & Self-test maken!

Slide 1 - Slide

Huiswerkcontrole!
- Ga rustig zitten op je plek met je boek open
- Ik kom langs om het huiswerk te checken

BKT: 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 14 t/m 26, 47, 48, 49, 50, 51
GTH: 1 t/m 9, 10, 12, 18 t/m 25, 36, 37, 43, 44, 45.



Slide 2 - Slide

Grammar: adverbs of frequency
Adverbs of frequency: always, never, sometimes, often etc. 

Bijwoorden van frequentie komen voor het hoofdwerkwoord.
Melanie never drinks coffee.

Behalve als er een vorm van 'to be' (am/are/is/was/were) staat.
Melanie is always late. 

Slide 3 - Slide

Place the adverb and write down the complete sentence:
He is cool (totally)

Slide 4 - Open question

Place the adverb and write down the complete sentence:
I touched the dog on its head (lightly)

Slide 5 - Open question

PLace the adverb and write down the complete sentence:
My students have cheated on an exam. (never)

Slide 6 - Open question

Possessive s

's of ' achter een woord geeft aan van wie het is
Bij één persoon (enkelvoud) altijd: 's
Bij meervoud: Eindigt het woord op een s? dan alleen '
Anders 's

Slide 7 - Slide

Examples

 the car of John = John's car
the book of James = James's book
the room of the girls = the girls' room
     clothes for men  = men's clothes
the boat of the sailors = the sailors' boat

Slide 8 - Slide

Summary
Altijd 's
Behalve bij
meervoud die al op een S eindigt > Dan alleen '

Slide 9 - Slide

The possessive :
Lisa - pen

Slide 10 - Open question

my dog - bone

Slide 11 - Open question

my parents - car

Slide 12 - Open question

the children - toys

Slide 13 - Open question

Wat komt er op de toets?
- Woordjes
- Zinnen
- Was / were
- Verleden tijd past simple (They walked to school)
- Possessive s (John's car)
- Place adverbs 
- Plural (child - children)

Slide 14 - Slide

Altijd -ed achter het ww!
- to talk: I talked to Jim this morning.
- to watch: We watched the match yesterday.
- to walk: Last week, they walked towards the forest.
- to laugh: I laughed so loud that everybody could hear it.

Het maakt niet uit of je het over I, you, we of they hebt: 
je schrijft altijd -ed achter de stam.

Slide 15 - Slide

Uitzonderingen:
Werkwoorden die eindigen op -e, krijgen alleen -d erachter:
- to bake: We baked a delicious cake yesterday.
- to use: She used the black pencil
- to vote: They voted for Biden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

was/were
I was / wasn't
You were /weren't
He / she / it was /wasn't
We were / weren't
You were / weren't
They were / weren't

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank


watch - watches
dish - dishes

Slide 20 - Slide

Plural

Als je woord eindigt met -f
Wordt het -ves

Leaf - leaves
Thief - Thieves
 Elf - Elves
Plural

Als je woord eindigt met -y
Wordt het -ies


baby - babies
lady - ladies

Slide 21 - Slide

Zelfstandig aan de slag met:
GTH:  47, 48, 49, 50, 51.

Slide 22 - Slide