Nieuwsbegrip week 25 Veilig zwemmen

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Veilig zwemmen dankzij de reddingsbrigade

AA

Programma van vandaag

* Wat weten we over zwemmen?

* Wat weten we over de reddingsbrigade?

* Samen kijken naar de tekst

* Nieuwe woorden leren 

* Beginnen aan opdracht 1 & 2

ZWEMMEN

Wat weet je over de reddingsbrigade?

Belangrijke woorden in de tekst:

- veilig 

- reddingsbrigade

- lifeguard

- badmeesters

- rivieren

- iedereen

- watersporters

- actie

- risico

- waarschuwen

- herkennen

- meegetrokken

- gevaarlijk

In AA ook:

* hartstikke

* natuurlijk

* Nederland

ACTIEF LEZEN

* Wat zie ik?

* Wat herken ik wel?

* Waar kan ik naar zoeken?

* Wat is belangrijk?

HUISWERK

=> Maken opdracht 1: oefen de woorden zelf hardop!

=> Maken opdracht 2: beantwoord de vragen

Vraagwoorden

Filmpje juf M.

https://www.youtube.com/watch?v=LvZDgiFZgaE

Wie helpen mensen die hulp nodig hebben in het water?

1. Iedereen
2. Lifeguards

Waar kun je zwemmen?

1. Alleen in het zwembad.
2. Op veel plekken.

Op wie letten de lifeguards?

1. Mensen in boten.
2. Zwemmers, watersporters, en mensen op het strand.

Hoe kun je de lifeguards herkennen?

1. Aan hun rode met gele zwemkleding.
2. Aan hun zwempak.

Wat moet je doen als er een rode vlag bij het strand hangt?

1. Niet gaan zwemmen.
2. Om hulp roepen.

Opdracht 4 Belangrijke zinnen in de tekst.

1. Woorden: samenvatting, belangrijkste, volgende, bijvoorbeeld.

2. Uitleg: wat is een samenvatting?

Lees het stukje onder zwemmen. In welke zinnen staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B.

1. In een zwembad zijn er daarom badmeesters. Zij letten goed op. Maar hoe is dat aan de kust?
2. Je kunt bijvoorbeeld zwemmen in zee of in een rivier. Maar zwemmen is niet altijd veilig.

Lees het stukje onder reddingsbrigade. In welke zinnen staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B.

1. Bij de reddingsbrigade werken Lifeguards. Lifeguards helpen mensen in nood.
2. Er zijn veel reddingsbrigades. Bij de reddinsgbrigades werken Lifeguards.

Lees het stukje onder Lifeguards. In welke zinnen staat het belangrijkste uit dit stukje. Kies A of B.

1. Lifeguards dragen rode met gele kleding.
2. Lifeguards waarschuwen en helpen mensen.

Lees het stukje onder Tips van Lifeguards. In welke zinnen staat het belangrijkste? Kies A of B.

1. Lifeguards hebben tips hoe veilig je bent in het water.
2. Lifeguards zeggen dat je helemaal niet moet gaan zwemmen.