Kleines Exit-Ticket Familie + bezittelijk voornaamwoord

Exitticket
Fantastisch 1
Kapitel 3
Wortschatz "Familie"
bezittelijk voornaamwoord
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Exitticket
Fantastisch 1
Kapitel 3
Wortschatz "Familie"
bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

1. Vertaal: de broers en zussen
A
die geschwister
B
das Geschwister
C
die Schwester
D
die Geschwister

Slide 2 - Quiz

2. Vertaal: mijn boers en zussen
A
meine Geschwister
B
mein Geschwistern
C
mein Geschwister
D
meine Geschwisters

Slide 3 - Quiz

3. Vertaal: jouw zus
A
dein Schwester
B
deine Schwester
C
deine Schwister
D
dein Schwister

Slide 4 - Quiz

4. haar opa
A
ihre Opa
B
Ihre Opa
C
ihr Opa
D
Ihr Opa

Slide 5 - Quiz

5. jullie dochter
A
eur Tochter
B
euer Tochter
C
eure Tochter

Slide 6 - Quiz

6. zijn neef
A
seine Cousine
B
ihre Cousine
C
sein Cousin
D
seine Cousin

Slide 7 - Quiz

7. onze tante
A
unser Tante
B
unsere Tante
C
unse Tante
D
unserer Tante

Slide 8 - Quiz

8. Ich heb geen grootouders
A
Ich habe kein Großeltern.
B
Ich habe keine Großeltern.
C
Ich habe keine großeltern.
D
Ich habe kein großeltern.

Slide 9 - Quiz

9. hun ouders
A
ihr Eltern
B
Ihr Eltern
C
ihre Eltern
D
Ihre Eltern

Slide 10 - Quiz

10. uw broers en zussen

Slide 11 - Open question