Herhaling 2.2 t/m 2.4


Bij welke invalshoek hoort dit hoofdstuk?
A
Politiek
B
Demografisch
C
Fysisch-geografisch
D
Economisch
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson


Bij welke invalshoek hoort dit hoofdstuk?
A
Politiek
B
Demografisch
C
Fysisch-geografisch
D
Economisch

Slide 1 - Quiz

Beschrijf het verschil tussen een natuurramp en humanitaire ramp

Slide 2 - Open question

Aardbevingen zijn goed te voorspellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Om orkanen te voorspellen wordt er gebruik gemaakt van:
A
Een seismograaf
B
Satelietbeelden

Slide 4 - Quiz

Noem 2 voorbeelden van maatregelen die mensen kunnen nemen bij de komst van een orkaan.

Slide 5 - Open question

Welk land zal een natuurramp de minste impact hebben?
A
India
B
Colombia
C
Japan
D
Thailand

Slide 6 - Quiz

Waarom zijn er in Haïti meer slachtoffers gevallen dan bij een zwaardere aardbeving in Japan?

Slide 7 - Open question

Materiële schade zal hoger zijn in:
A
Ecuador
B
Verenigde Staten

Slide 8 - Quiz

De VN-lijst met meeste onveilige landen is gebaseerd op twee factoren: de mogelijke blootstelling en de kwetsbaarheid als er een ramp gebeurt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 10 - Quiz

timer
1:00
Convergent
Divergent
Transform
Mid- oceanische rug
Diepzeetrog
Ondiepe aardbevingen
Plooiings-gebergte
Geen vulkanisme

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Voor plaatje A zal de aardkorst er zo uit hebben gezien:

Slide 13 - Open question

Divergent
Convergent
Aardbevingen
Vulkaan
Transform

Slide 14 - Drag question

Onderzeese aardbeving
Golf komt omhoog door ondiepe kust
Door beving opgestuwde golf
Terugtrekken van zeewater en daarna een verwoestende golf

Slide 15 - Drag question

timer
1:00
Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Plooiing
Subductie
Mantel
Diepzeetrog
Midoceanische rug

Slide 16 - Drag question

Het epicentrum van een aardbeving is waar de aardbeving plaatsvindt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Waarom merken we in Nederland weinig van platentektoniek?
timer
1:00

Slide 18 - Open question

Waar een convergente plaatbeweging is heb je een
A
Veel en zware aardbevingen
B
Weinig enzware aardbevingen
C
Veel en lichte aardbevingen
D
Weinig en lichte aardbevingen

Slide 19 - Quiz

Bij een divergente plaatbeweging gaan de platen...
A
Naar elkaar toe
B
Van elkaar af
C
Langs elkaar

Slide 20 - Quiz

Welke hoort er niet tussen
A
Divergentie
B
Convergentie
C
Subductie
D
Transform

Slide 21 - Quiz

Wat is de starttemperatuur voor een orkaan?

A
25
B
25,5
C
26,5
D
28

Slide 22 - Quiz

Een orkaan is te voorspellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Er wordt gesproken over een orkaan bij:
A
Windkracht 10 en hoger
B
Windkracht 12 en hoger
C
wind vanaf 110 km per uur
D
elke tropische storm is een orkaan

Slide 24 - Quiz

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 25 - Quiz

Wat is een orkaan?
A
Een wervelwind
B
hele heftige grote tropische storm
C
een mega storm in de tropen met een rustig oog
D
Een grote vloedgolf richting de kust

Slide 26 - Quiz

Orkanen
Tyfoons
Cyclonen

Slide 27 - Drag question

Meer neerslag
Tornado's
Orkanen
Bosbranden
Zeespiegelstijging

Slide 28 - Drag question

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  Een orkaan kan zorgen voor een stormvloed.
2.  Een orkaan kan indirect zorgen voor aardverschuivingen.
3. Het woord orkaan wordt over de hele wereld gebruikt.
4. De windkracht van een orkaan neemt toe als deze boven land komt.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 29 - Drag question