Theme 7 Grammar conditionals - 10 May 3H2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bij binnenkomst

Zitten volgens plattegrond

Eten en drinken buiten het lokaal

Boeken op tafel + schrift

Telefoon meteen in de telefoontas

Wednesday May 10th - 3H2

13:10-14:00

Wat ik wil dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van de les:

Aan het einde van de les 

Aan het einde van de les 

Leerdoel tijdens de les: 1. Welkom de leerlingen enthousiast en vraag ze naar hun vakantie, hebben ze wat leuks gedaan etc. 2. Complimenteer leerlingen op goed/gewenst gedrag

Bij de deur: Good morning, put your phone in the phonebag immediately and take a seat. Grab your books and your notebook.

Start vd les: alright everybody, good morning. Put your phones in the phone bag. I want all 21 of them in there. Take out your books, a notebook and a pen. You can keep them closed for now. Compliment the students who already have their books/put their phones away. Make it go quick. They can do this within 30 seconds because it's all a reminder of what I already said.

Program & Goals

Plan: Grammar

At the end of the lesson:

- I know what conditional sentences are and when to use them

- I can use the 0, 1 and 2 conditionals correctly in 5 sentences

Overgang start naar doelen: okay thank you for sharing! Now we'll move on to the plan for today. Today we are going to look at the 2 easier pieces of grammar from this chapter that we've already talked about before the break and we're going to do a specific type of reading exercise in the book. Student, please read out the goals for me.

Interruptions:

Behalve bij te grote overtredingen. Dan is het of meteen verplaatsen/strafwerk of meteen vertrekken.

1. naam, verwachting

2. waarschuwing 1

3. verplaatsen (= waarschuwing 2)

4. vertrekken - dit wel echt doen. Als ik dit consequent doe, gebeurt het mogelijk een aantal keer, maar daarna hopelijk niet meer.

Homework

Maandag kijk- en luistertoets. 22 mei de toets van het hoofdstuk - vandaag laatste stuk grammatica

Schrijf een korte samenvatting over grammatica 20 ('if' sentences) op pagina 107

until 13:12 

Het staat al een hele tijd in magister maar nog even de reminder dat volgende week jullie de kijk- en luistertoets hebben en die week daarna op 22 mei de hoofdstuktoets. Ook in Magister staan een aantal tips bij de kijk- luistertoets om mee te oefenen.

Samenvattingen

'If' sentences - wat heb je hierover opgeschreven.

Ik vraag willekeurige leerlingen om 1 van de dingen op te noemen die ze opgeschreven hebben. Ik zal mee typen met wat er gezegd wordt.

Until: 13:17

Voorkennis activeren

Doel: inzicht krijgen in wat ze hebben meegekregen van het zelf lezen van de grammatica

Minuut of 3-4 

Schrijf mee in een Word bestand zodat iedereen het kan zien. (in dat lokaal is het whiteboard niet te zien vanaf de linkerkant, dus centraal is daarom beter)

Totaal: max 5 min

Conditionals - voorwaarden

If you boil water, it vaporizes.

You will pass the test if you prepare properly

If I were you, I would go to the doctor.

In elke zin: wat is de voorwaarde en wat is het gevolg/resultaat?

Welke tijdsvorm wordt gebruikt voor elk dikgedrukt werkwoord?

Until: 13:20

Voorkennis activeren

Denk even 30 seconden na over deze 2 vragen. In elke zin welk stuk is de voorwaarde en welk stuk is het gevolg of resultaat? EN bekijk de dikgedrukte werkwoorden. In welke tijd staan deze? (present simple/past continuous/future etc.)

1 min stil bezig

Na 1 minuut: okay, de tijd is op. In de eerste zin, wat is de voorwaarde en wat is het gevolg/restultaat? Okay en in welke tijd staat boil? en vaporize? Vraag verschillende leerlingen. - 2 min

Totaal: max 3 min

Conditionals - voorwaarden

Zin met if: voorwaardelijke bijzin. -> Als dit gebeurt....

Hoofdzin zonder if: gevolg/resultaat -> ...dan dit en dit

*Present simple = werkwoord. He/She/It + s

* Will = will (not) + werkwoord

* Past simple = werkwoord +ed of het 2e rijtje irregular verbs.

*Would = would (not) + werkwoord

until 13:23

Uitleggen

Doel: Nieuwe grammatica uitleggen

Schrijf mee in je schrift, maar luister eerst. In het boek wordt het niet aangeduid met cijfers, maar online wel en zo kun je ze makkelijker uit elkaar houden. Het gaat van zo waarschijnlijk mogelijk (een feit dus) naar heel waarschijnlijk en de volgende is dan nog minder waarschijnlijk en die komt zo.

3 min

Conditionals - if sentences

*0 - deze gebruik je voor feiten. Je gebruikt hiervoor if + present simple en in de hoofdzin ook de present simple. (100%)

If you speed up, you go faster = als je versnelt, ga je sneller = feit

*1 - deze gebruik je voor waarschijnlijkheden. Je gebruikt hiervoor if + present simple en hoofdzin: will + ww.. (80-99%)

We will go to London if he gets the day off = dag vrij, Londen.

until 13:28

Uitleggen

Doel: Nieuwe grammatica uitleggen

Schrijf mee in je schrift, maar luister eerst. In het boek wordt het niet aangeduid met cijfers, maar online wel en zo kun je ze makkelijker uit elkaar houden. Het gaat van zo waarschijnlijk mogelijk (een feit dus) naar heel waarschijnlijk en de volgende is dan nog minder waarschijnlijk en die komt zo.

5 min

Conditionals - if sentences

*2 - deze gebruik je voor 'hypothetische' situaties. Je gebruikt hiervoor if + past simple en in hoofdzin: would + ww. (+/- 0-20%)

I would go see a doctor if I were you = als ik jou was zou ik...  hypothetische situatie.

If I won the lottery, I would buy a nice car. = loterij winnen? Hele kleine kans, maar mocht het ooit gebeuren, dan zou ik een nieuwe auto kopen

until 13:31

Uitleggen

Doel: Nieuwe grammatica uitleggen

Schrijf mee in je schrift, maar luister eerst. In het boek wordt het niet aangeduid met cijfers, maar online wel en zo kun je ze makkelijker uit elkaar houden. Het gaat van zo waarschijnlijk mogelijk (een feit dus) naar heel waarschijnlijk en de volgende is dan nog minder waarschijnlijk en die komt zo.

3 min

Practice - use correct verbs

1.  If I were (be) you, I would start (start) now.

2. If we go (go) to London, we will see (see) the Tower.

3. Chocolate melts (melt) if you cook (cook) it.

4. If you close (close) the door, nobody will see (see) you.

5. The light switches on (switch on) if you press (press) the light switch.

6. I wouldn't understand (not understand) if she spoke (speak) Japanese to me.

Until: 13:37

Zelfstandig werken

Wat: Maak opdracht 13+14 op wb. p. 64/65 over de grammatica

Hoe: Je mag samenwerken, rustig overleggen met je buur

Hulp: notities/boek, elkaar, docent

Tijd: 10-15 min tot 13:55

Klaar: kruiswoordpuzzel van de woorden maken

Uitkomst: Dit is huiswerk voor dinsdag

Doel: leerlingen gaan bezig met de opdrachten uit het boek met de kennis en tools die ze mee hebben gekregen deze les.

Zet leerlingen nu zelfstandig aan het werk, ze maken 19 (over de tekst structuur), 20 en 21. Ze mogen samenwerken en de tools vanuit deze les gebruiken voor deze opdrachten. Ze krijgen hiervoor een minuut of 10 tot 11:46 en dit is het huiswerk voor morgen. Als ze klaar zijn lezen ze alvast de grammatica door op pagina 107 voor morgen.

Ze mogen pas opruimen als ik dat zeg.

Huiswerk dinsdag:

Do: Maak opdracht 13+14 op wb. p. 64/65 over de grammatica

Study: Alle grammatica onderdelen

Maandag: (kijk- en) luistertoets

At 11:46 I will tell them about this homework and move on to the goals.

Goals

Raise your hand if it's true for you

- I know what conditional sentences are and when to use them

- I can use the 0, 1 and 2 conditionals correctly in 5 sentences

Doel: herhalen wat de doelen waren en checken of leerlingen deze doelen hebben gehaald

I will ask a student to read out the goals and ask if they have done those things and to give me an answer to the questions, then I will ask 2 or 3 other students for more examples/explanations.

Students may not put their books away until I am done discussing the goals with them. If they do, they need to grab them again. No exceptions. (Unless I have told them they could in the step before this)