This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
H5, paragraaf 1 t/m 5
Slide 1 - Slide
In welke periode is dit hoofdstuk?
A
Oudheid
B
Prehistorie
C
Vroeg moderne tijd
D
Middeleeuwen
Slide 2 - Quiz
Welke jaartallen horen bij het tijdvak: de tijd van monniken en ridders
A
0-500
B
500-1000
C
750-1200
D
1000-1500
Slide 3 - Quiz
Waarom was het onveilig in deze tijd?
A
Door de Viking invallen
B
Er werd in deze periode veel gestolen
C
Omdat leenheren te weinig ridders hadden
Slide 4 - Quiz
Leenstelsel
Hofstelsel
Horige
Politiek systeem
Herendiensten
Ridder was in dienst van de heer
Domein
Slide 5 - Drag question
Leg in eigen woorden uit wat het leenstelsel is.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Welke drie sociale groepen ken je?
Slide 8 - Open question
Boeren
Adel
Geestelijken
Vechten/beschermen
Werken
Bidden
Belasting betalen
Slide 9 - Drag question
Standenmaatschappij
3 groepen
In de middeleeuwen had je in de samenleving drie standen:
Geestelijken
Adel
Boeren/horigen
Elke groep heette een stand. Letterlijk waar jij staat in de maatschappij, wat jouw plek is.
Slide 10 - Slide
Hoe noem je iemand die (volgens de christenen) niet het goede geloof heeft?
A
Heiden
B
Germanen
C
Moren
D
Byzantijn
Slide 11 - Quiz
De Friezen bekeerden zich tot het christendom
A
Dit is verandering
B
Dit is continuïteit
Slide 12 - Quiz
In de tijd van de missionaris Willibrord hadden veel Germanen een polytheïstische godsdienst.
A
Dit is verandering
B
Dit is continuïteit
Slide 13 - Quiz
Hoe wordt het hoofd van een klooster ook wel genoemd?
A
Monnik
B
Non
C
Priester
D
Abt
Slide 14 - Quiz
Wat is een overeenkomst tussen de Romeinse en Germaanse godsdienst? Meerdere antwoorden zijn goed!
A
Ze geloven beide in één god
B
Ze geloven beide in natuurgoden
C
Ze hebben beide een polytheïstische godsdienst
D
Ze geloven beide nergens in
Slide 15 - Quiz
1.
Sleepvraag: Maak de juiste combinaties
Aartsbisschoppen
Paus
Lage geestelijken
Bisschoppen
2.
3.
4.
Slide 16 - Drag question
Hofstelsel
oorzaken
Tijd van monniken en ridders is onveilig.
Boeren zoeken bescherming bij heer.
Slide 17 - Slide
Wat hoort niet bij het hofstelsel ?
A
Heer
B
Horige
C
Domein
D
Geestelijke
Slide 18 - Quiz
Hofstelsel
Horigen
Halfvrije boeren horen bij het land van de heer.
Horigen betalen belasting aan de heer.
Horigen doen onbetaald werk voor de heer: herendiensten.
Vraag: Welke onvrijheid hoort bij de horigheid?
Slide 19 - Slide
Wat hoort niet bij het hofstelsel?
A
De heer geeft bescherming aan de horige
B
Horigen moeten herendiensten verrichten
C
De horige geeft een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
De heer helpt de horige op het land tijdens de oogsttijd
Slide 20 - Quiz
Noem een voordeel van het hofstelsel voor de boeren.
Slide 21 - Open question
Noem een nadeel van het hofstelsel voor de boeren.
Slide 22 - Open question
Mohammed is de belangrijkste profeet van de islam, wat is een profeet?
A
Arabisch voor god
B
Boodschapper
C
Missionaris
D
Monnik
Slide 23 - Quiz
Welke steden zijn het belangrijkste voor de moslims?
A
Mekka en Jeruzalem
B
Medina en Jeruzalem
C
Mekka en Medina
D
Jeruzalem en Rome
Slide 24 - Quiz
Wat is een overeenkomst tussen het christendom en de islam?
A
Ze hebben beide veel aanhangers
B
Ze hebben beide meerdere goden
C
Ze hebben beide één god
D
Ze hebben hetzelfde heilige boek
Slide 25 - Quiz
Noem een verschil tussen het christendom en de islam
Slide 26 - Open question
Allah betekent letterlijk
A
Arabisch voor god
B
Arabisch voor profeet
C
Arabisch voor godsdienstig
D
Arabisch voor islam
Slide 27 - Quiz
Moslims waren meestal tolerant tegenover joden en christen, waarom?
A
Omdat de moslims hen mochten
B
Omdat ze in dezelfde god geloven
C
Omdat moslims geen geweld gebruikten
Slide 28 - Quiz
Moslims veroveren Spanje:
In het jaar 711 komt er een Islamitisch leger aan land in Spanje o.l.v Tariq ibn Ziyad. Hierna veroveren moslims grote gebieden.
oorzaken:
Weinig tegenstand.
steun van de joden, zij zien moslims als bevrijders, ze worden namelijk door christelijke machthebbers gewantrouwd en slecht behandeld.
Slide 29 - Slide
Moslims veroveren Spanje:
In 718 hebben de moslims bijna het hele Iberisch Schiereiland in handen. Het nieuwe land noemen ze Al - Andalus (het land van de Vandalen)
Slide 30 - Slide
Moslims veroveren Spanje:
Moslims uit Marokko en Algarije werden Moren genoemd door de christenen.
En daar komt dus de moorkop vandaan
(het zou lijken op een tulband die de moren
droegen)
Slide 31 - Slide
Moslims veroveren Spanje:
In 732 trekt een leger van de Moren vanuit Spanje Frankrijk binnen. Hier worden ze echter bij Poitiers verslagen door een leger o.l.v. Karel Martel (de grootvader van Karel de Grote)
Slide 32 - Slide
Voor de reconquista:
Slide 33 - Slide
Karel de Grote:
ziet in 777 een kans om door hulp aan de gouverneur van Barcelona die een eigen koninkrijk wilde stichten zijn gebied uit te breiden.
Helaas voor hem wordt deze gouverneur vermoord voor het plan kan worden uitgevoerd en blijven de Moren te sterk.
In 801 lukt het Karel de Grote wel om Barcelona en omgeving te veroveren.
Slide 34 - Slide
Veroveringen:
Vanaf omstreeks 1000 veroverden christelijke koningen uit Noors-Spanje stap voor stap het Moorse gebied.
Slide 35 - Slide
Reconquista:
vanaf 1238 was alleen nog het rijk van de sultan van Granada in Zuid- Spanje over.
In 1492 veroverden de christenen het laatste deel van Spanje, hiermee was de reconquista: verovering door christenen van islamitisch gebied in Spanje en Portugal, voltooid.
Slide 36 - Slide
Samenleving en cultuur:
De ontwikkeling van Al-Andalus:
overgang van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving.
welvarende economie en beschaving.
bouwkunst van hoog niveau
multiculturele samenleving
Slide 37 - Slide
Culturele invloed:
via de handel kwamen er nieuwe producten in Europa terecht.
Arabieren introduceerden nieuwe gewassen en irrigatielandbouw in Spanje.
bibliotheken met een enorme hoeveelheid kennis.
Slide 38 - Slide
In Moors Spanje was er een..
A
Landbouwsamenleving
B
Landbouwstedelijke samenleving
Slide 39 - Quiz
De moren waren ook wel:
A
Christenen afkomstig uit Noord-Afrika
B
Joden afkomstig uit Noord-Afrika
C
Moslims afkomstig uit Noord-Afrika
D
Geen van de antwoorden is juist
Slide 40 - Quiz
Hoe kon het dat de Spanjaarden bijna 500 jaar bezig waren met het heroveren van hun eigen land?
A
De Spanjaarden waren niet sterk genoeg
B
De moslims waren sterker dan gedacht
C
Beide antwoorden zijn juist
D
Beide antwoorden zijn onjust
Slide 41 - Quiz
Leg in eigen woorden uit wat de reconquista is: (en wat de gevolgen hiervan waren)
Slide 42 - Open question
De christenen en joden mochten in Moors Spanje:
A
Hun eigen geloof behouden, maar moesten wel extra belasting betalen
B
Niet hun eigen geloof behouden, ze werden onderdrukt
C
Wel hun eigen geloof behouden, er veranderde weinig
D
Niet hun eigen geloof behouden, ze moesten vluchtten
Slide 43 - Quiz
In Moors Spanje was er een landbouwstedelijke samenleving met een welvarende economie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 44 - Quiz
Via de moren kwam er weinig kennis in Spanje en de rest van Europa
A
Juist
B
Onjuist
Slide 45 - Quiz
Ik heb er vertrouwen in dat het met mijn GS toets goed gaat komen: