What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Passé Composé met Avoir
Onderwerp
Grammaire:
Le passé composé
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Onderwerp
Grammaire:
Le passé composé
Slide 1 - Slide
Wat is een passé composé?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
aankomende tijd
Slide 2 - Quiz
Welke twee werkwoorden heb je nodig om de passé composé te maken?
Slide 3 - Open question
Geef een voorbeeld van de passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
in het Nederlands.
Slide 4 - Open question
Voltooide tijd =
Passé Composé
Ik
heb
gedanst
= J'
ai
dansé
Slide 5 - Slide
Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont
Slide 6 - Quiz
Geef de juiste vorm van AVOIR:
Vous......
A
êtes
B
avez
C
avons
D
ont
Slide 7 - Quiz
Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa (is een 'zij' dus elle) ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 8 - Quiz
1. Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.
Slide 9 - Open question
2. Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "
J'
ai
parlé
(parler = praten)
= Ik
heb
gepraat
On
a
chanté
(chanter = zingen)
= We
hebben
gezongen
Slide 10 - Slide
Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is een vorm van AVOIR
DAN komt er een voltooid deelwoord achter!!!!
Nous
avons
joué.
Wij
hebben
gespeeld.
Slide 11 - Slide
Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.
Slide 12 - Quiz
Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé
Slide 13 - Quiz
De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé
Slide 14 - Quiz
Vertaal:
Vous avez dansé
Slide 15 - Open question
Ik heb in Groningen gewoond.
A
J'ai habite à Groningue.
B
J'ai habité à Groningue.
C
Je suis habité à Groningue.
D
Je suis habite à Groningue.
Slide 16 - Quiz
Vertaal: Ik heb gegeten
Slide 17 - Open question
Vertaal: Wij hebben gepraat
Slide 18 - Open question
Kortom:
- Leer eerst het rijtje van
avoir
nog eens.
- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een
voltooid deelwoord
achteraan komt: dansé, chanté, parlé, trouvé etcetera...
Slide 19 - Slide
Ik begrijp de uitleg van de passé composé
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
More lessons like this
Passé Composé met Avoir
March 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Passé Composé met Avoir klas 1
March 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Passé Composé met Avoir klas 1
May 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Passé Composé met Avoir klas 1
May 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Passé Composé met Avoir klas 1
May 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Passé Composé met Avoir klas 1
February 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Passé Composé met Avoir klas 2
July 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1b3 H5 bron D passé composé
June 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1