herhaling 4.1 + 4.2

Welkom
Pak je boek, pen, rekenmachine en BiNaS

Log in bij LessonUp
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Pak je boek, pen, rekenmachine en BiNaS

Log in bij LessonUp

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Gesloten stroomkring

Een apparaat kan alleen werken als de stroom kring gesloten is. 

Dus maak je één van de draden los dan kan er geen stroom lopen en brandt het lampje niet. 

Slide 3 - Slide

Alle apparaten die op stroom werken kunnen niet werken als de kring open is. Je hebt dus een gesloten kring nodig.

Als je een van de stroomkabels los maakt kan de stroom niet rondlopen en gaat het lampje uit.
stroomkring
                      
De batterij levert de elektrische energie, de stroom, de elektriciteit.
De batterij is de spanningsbron          

Slide 4 - Slide

Een batterij levert de elektrische energie.

De draden vervoeren de energie naar het lampje.

De energie wat nog over is gaat dat via de draden terug naar de batterij. Zodat het weer opgeladen kan worden. 
De batterij zorgt ervoor dat elektrische energie 



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geleiders in een stroomkring
Stroomdraden bevatten koper.

Koper geleid elektriciteit.

Koper is een metaal.

Alle metalen kunnen geleiden, de ene iets beter dan de ander

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Isolatoren
Rubber is een isolator.

Rubber zorgt ervoor dat de elektrische stroom niet uit de draden gaat maar er in blijft.

Een isolator zorgt er dus voor dat de elektrische energie nauwelijks of niet verloren gaat.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schakelaar
In een gesloten stroomkring kan je een schakelaar plaatsen.
Hierdoor kan je een gesloten kring open zetten.
Denk hierbij aan een licht knopje!

Er zijn twee soorten schakelaars. (Zie volgende dia)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schakelaar

schakelaar
(Zoals een licht knopje)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wil je een apparaat AAN hebben, dan moet de stroomkring ............ zijn.
A
open
B
gesloten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een stof die goed geleidt is:..
A
Koperdraad
B
Rubber
C
Schoenen
D
Plastic

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een stof die goed isoleert is:..
A
Metalen
B
Rubber
C
Koperdraden

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De eenheid van stroomsterkte is Ampère
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

stroomsterkte meten
De eenheid van stroomsterkte is de Ampère (A). Bij kleine stroompjes gebruikje de milli-Ampère (mA). 

1 A = 1.000 mA
1 mA = 0,001 A

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ga allemaal in 1 grote kring staan
  1. De docent (batterij) geeft jullie lading door --> hoe sneller jullie doorgeven hoe groter de spanning (Volt)
  2. De docent geeft jullie nu meer lading per keer door --> hoe meer lading per keer door wordt gegeven hoe hoger de lading (Ampère) 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken
Blz 151

Slide 17 - Slide

This item has no instructions