Uitleg betoog leerjaar 2 niveau 4

Lesdoelen
1) Je weet wat het verschil is tussen een betoog en een beschouwing.
2)Je weet hoe je een tegenargumenten herkent-->  met de signaalwoorden van een tegenstelling, zoals maar en echter.
3) Je weet wat een weerlegging is
4) Je weet waar een beschouwing uit bestaat en wat het doel is van een beschouwing.

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoelen
1) Je weet wat het verschil is tussen een betoog en een beschouwing.
2)Je weet hoe je een tegenargumenten herkent-->  met de signaalwoorden van een tegenstelling, zoals maar en echter.
3) Je weet wat een weerlegging is
4) Je weet waar een beschouwing uit bestaat en wat het doel is van een beschouwing.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is een objectief argument?
A
een argument met een mening
B
een argument met feiten

Slide 3 - Quiz

Wat is een subjectief argument?
A
een argument met een mening
B
een argument met feiten

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Verschil conclusie en samenvatting

Bij een conclusie kom je met nieuwe informatie, gebaseerd op alles wat er al is benoemd.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat staat er vooral in alinea 1 en 2?
A
feiten
B
meningen
C
feiten en meningen

Slide 18 - Quiz

Wat is het standpunt van MailDB die aan de orde is?

Slide 19 - Open question

Wat is een van de argumenten voor hun standpunt dat de automatische reclamepost moet blijven?

Slide 20 - Open question

Welke signaalwoorden in alinea 3 laten zien dat er meer argumenten volgen? (een opsomming)

Slide 21 - Open question

Waarom wil de Amsterdamse gemeenteraad de reclamefolder afschaffen?

Slide 22 - Open question

Lesdoelen  bereikt? 
Doe de quiz

Slide 23 - Slide

Betoog
Beschouwing 
Artikel
verschillende meningen
informeren 
opiniëren
overtuigen
feiten
feiten en meningen
één mening

Slide 24 - Drag question