Hfst. 1 paragraaf 1 t/m 5 check jezelf

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Weer en klimaat

Hoofdstuk 1
***check jezelf***

Welke zin past niet bij het weer?

1. het waait nu niet buiten
2. er valt 4mm regen vandaag
3. het was gisteren een zonnige dag
4. de gemiddelde jaartemperatuur is 14 graden in De Bilt

Iemand zegt: Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een lange periode (30 jaar)

1. Die persoon heeft gelijk
2. Die persoon heeft niet gelijk

Volgens je boek zijn er 5 klimaatfactoren-welke van de onderstaande punten is geen klimaatfactor????

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Soort oppervlak (water of land)
4. Luchtvervuiling

Temperatuur meet je in graden...

1. Beaufort
2. Richter
3. Beaulieu
4. Celsius

Het is nu bij ons herfst, welk seizoen is het dan op het zuidelijk halfrond?

1. winter
2. zomer
3. herfst
4. lente

Hoe hoger je komt-hoe kouder. Hoeveel graden wordt het kouder per 1000 meter?

1. 4 graden kouder
2. 6 graden kouder
3. 8 graden kouder
4. 10 graden kouder

De temperatuur in Berlijn in de winter ligt lager dan in Amsterdam-dat komt door....

1. Berlijn ligt noordelijker
2. Berlijn ligt niet aan zee
3. Berlijn heeft een koude luchtstroom
4. Berlijn heeft kortere zonnestralen

Op de afbeelding staat de zon loodrecht op de kreeftskeerkring: het is dus ...op het NH

1. zomer
2. winter
3. lente
4. herfst

Op de Noordpool is het kouder dan op de evenaar. Welke reden klopt er niet?

1. zonnestralen leggen een langere afstand af naar de noordpool
2. zonnestralen verwarmen een groter oppervlak bij de noordpool
3. zonnestralen botsen bij hun reis naar de noordpool op meer stofdeeltjes
4. zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak bij de noordpool

In de ballon zit (1)luchtdruk, daarbuiten is de luchtdruk (2)...

1. 1=hoge, 2=lage
2. 1=lage, 2=hoge
3. 1=hoge, 2=hoge
4. 1=lage, 2=lage

Welke zin klopt????

1. Hoge luchtdruk stroomt naar hoge luchtdruk
2. Hoge luchtdruk stroomt naar lage luchtdruk
3. Lage luchtdruk stroomt naar hoge luchtdruk
4. Lage luchtdruk stroomt naar lage luchtdruk

Waar is de kans op regen het grootst????

1. Boven zee/Ijsland
2. Boven het vaste land van Europa

Wat kun je zeggen over de windrichting op het noordelijk halfrond?

1. Die heeft een afwijking naar links (met de wind in je rug)
2. Die heeft een afwijking naar rechts (met de wind in je rug)

Welke zin klopt niet over de evenaar?

1. het is daar warm
2. het is daar droog
3. er valt daar veel neerslag
4. zonnestralen leggen daarnaartoe een korte afstand af

Wat past wel bij de keerkringen?
(2 antwoorden zijn goed!)

1. Je vindt daar veel tropisch regenwoud
2. Je vindt daar veel woestijn
3. Het is daar warm en er valt bijna geen neerslag
4. Het is daar warm en er valt veel neerslag

Hoe heet deze vorm van neerslag????

1. stuwingsneerslag
2. stijgingsneerslag
3. drempelwaarde neerslag
4. frontale neerslag

Hoe heet het gebied aan de linkerzijde van de berg-waar de neerslag valt?

1. loefzijde
2. droefzijde
3. blijzijde
4. lijzijde

klaar!

Hoop dat je meer dan 12 goed had!