Proefles

Vandaag
  • Kennismaking
  • Verwachtingen
  • stukje grammatica
  • Spreekvaardigheid
  • Luistervaardigheid
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EnglishVocational Education

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Kennismaking
  • Verwachtingen
  • stukje grammatica
  • Spreekvaardigheid
  • Luistervaardigheid

Slide 1 - Slide

Introduction
I am Lesley, I am 24 years old. 
My dad was Scottish so I was raised bilingually.
 Currently I live in Holland, I have also lived in Germany and Sweden.
I am studying Nursing, and tutor kids on the side

Slide 2 - Slide

Who are you?
Try to tell me in English:
I am ...
I am .... years old
I live in ...
My hobbies are ...
By profession, I am ...
I would like to achieve ...

Slide 3 - Slide

Nice to meet you!
Er zijn een hoop handige zinnetjes om mensen te leren kennen

Een paar hebben we al besproken.

Slide 4 - Slide

How are you?
Engels taligen, en vooral Britten, zijn erg beleefd
Handige zinnen zijn:
"How are you?" - "Hoe gaat het?"
"I am doing well, thank you" - "het gaat goed, bedankt."
"How about yourself?" - " Met jou?"
"The same, thank you!" - " Hetzelfde! Bedankt" 

Slide 5 - Slide

Let op!
Wanneer iemand aan jou vraagt "how are you" 
het correcte antwoord is " I am doing well
Niet: " I am doing good"

Dit betekend namelijk dat je goed doet, zoals een superheld iets "goeds" doet voor de mensheid.

Slide 6 - Slide

Other answers
"I'm good" (informeel)
"I'm alright" (informeel) 
"I'm not doing too well" - het gaat niet zo goed
"I'm doing lousy" - het gaat helemaal niet goed (informeel)
"I'm busy" - ik ben druk

Nog andere opties?

Slide 7 - Slide

Fun fact
In Engeland wordt in, in informele settings, ook nog wel het woord "alright" gebruikt als hallo en als antwoord daarop.
Dus: 
"(are you) Alright, mate?"
"Yeah, (I'm) alright. "
"(Okay!) alright." 

Slide 8 - Slide

Where are you from?
"So, where did you come from?"
Waar ben je vandaan gekomen (alsin, waar ben je vandaan gereisd vandaag.)

"So, where are you from?"
Waar kom je vandaan, alsin uit welk land kom je

Slide 9 - Slide

Im from
" I was born in ..." 
Ik ben geboren in
"I live in ...."
Ik woon in 
"I'm from..." (informeel)
Ik kom uit ....

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Person 1 : Hey! I am Peter, nice to meet you.
Person 2 : Hello! I'm Lesley, nice to meet you too.
P1:  How are you today?
P2: I'm doing well, thank you, how about yourself?
P1: I'm alright, thanks. So where are you from, Lesley?
P2: I was born in The Netherlands, in a city called Apeldoorn but I live in Deventer right now.

Slide 11 - Slide

Oefening
Me: Hey! I am Lesley, nice to meet you!
You: 
Me:  How are you today?
You: 
Me: Where are you from?
You: 

Slide 12 - Slide

Luisteroefening
We gaan kijken naar een stukje uit de film "The incredibles". 
Een film over een famillie met bovenmenselijke krachten.
We gaan hem één keer bekijken zonder ondertiteling, en één keer met (Engelse) ondertiteling. 
Probeer de grote lijnen van het verhaal te onthouden.

De video start als het goed is zelf.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Waar ging het over?
Wat werd er gezegd? 
Wat waren de grote lijnen van het verhaal?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Waar ging het over?
Wat werd er gezegd? 
Wat waren de grote lijnen van het verhaal?

Slide 17 - Slide

Luisteroefening
Dit is een stukje uit "bbc Learning English", een stuk over dove kinderen en hun gehoorapparaten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welke adviezen geven de kinderen over hoe je met hun kan praten?

Slide 20 - Open question

Welke talen sprak het eerste meisje?

Slide 21 - Open question

Wat deed het meisje met het roze shirt in haar vrije tijd?

Slide 22 - Open question

Hoe blijft het gehoorapparaat aan het hoofd zitten?

Slide 23 - Open question

Vocabulary
We gaan ook kijken naar de woordenschat.
We beginnen makkelijk, en maken het moeilijker.

Slide 24 - Slide

The numbers
1 - 10

10 - 20


Slide 25 - Slide

Days of the week!
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag

Slide 26 - Slide

Time of day
Het is vier uur

Het is half vier

Het is kwart voor 5

Het is kwart over zes
It is four O'clock 
It is half past three (03:30)
It is a quarter to five
It is a quarter past six

Slide 27 - Slide

The weather!
Het regent buiten!

De zon schijnt 

Het waait !

Het is heel erg warm buiten.
It's raining outside!
It's raining cats and dogs

It's sunny outside
The sun is shining

It's windy out!
The wind is blowing outside

It's very hot 
It's very warm 

Slide 28 - Slide

Profession

Ik ben verpleegkundige

Ik ben politie agent 

Ik werk met paarden


I am a nurse
I work as a nurse
I am a police officer
I work as a police officer
I work with horses

Slide 29 - Slide

Hoe vond je het gaan?
Hoe was het niveau van de les? Mag die hoger? 
Wat wil je meer zien in de les?
Wat wil je minder zien in de les?
Hoe was de snelheid? Ging het te snel, te langzaam?


Slide 30 - Slide

Mijn gedachten

Slide 31 - Slide