2.3. Van industrie naar diensten

Van industrie naar diensten
Nederland als industriële samenleving
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Van industrie naar diensten
Nederland als industriële samenleving

Slide 1 - Slide

Liberalen
Socialisten

Slide 2 - Drag question

Is de tekenaar voor of tegen het algemeen kiesrecht?
A
Voor
B
Tegen

Slide 3 - Quiz

Sociale wetten

A
Wetten die de leef- en werkomstandigheden van arbeiders verbeteren.
B
Wetten die er voor zorgen dat arbeiders beter samenwerken.
C
Wetten die zorgen dat fabriekseigenaren meer rechten krijgen.
D
Wetten die de relatie tussen overheid en arbeiders vastleggen.

Slide 4 - Quiz

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie zich na 1945 herstelde
Begrippen:
wederopbouw
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
B
Snelle groei
Leerdoel:
Je kunt een aantal gevolgen noemen van de economische groei in Nederland vanaf 1950
C
De economie verandert
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie vanaf de jaren 1970 veranderde
Begrippen:
welvaart
consumptiemaatschappij
gastarbeiders
 
migratie
Begrippen:
automatisering
globalisering
Europese Unie (EU)

Slide 5 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie zich na 1945 herstelde
Situatie 1945:
  • Fabrieken verwoest
  • Spoorwegen en bruggen verwoest
  • Grote schade transportsector
  • Handel lag grotendeels stil
  • Regering kon probleem niet oplossen: er was geen geld

Het land moet opnieuw opgebouwd worden: wederopbouw
Begrippen:
wederopbouw
Europese Economische Gemeenschap (EEG)

Slide 6 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Wederopbouw ging snel door 2 oorzaken:
  • Regering, werkgevers en vakbonden spreken af loon laag te houden.
    Hierdoor prijs van producten laag ➜ stijging export.

  • Vanaf 1948: Economische steun uit Amerika: Marshallplan
    - Geldleningen
    - Grondstoffen
    - Goederen
    - Levensmiddelen 

Slide 7 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
A
Nederland opbouwen
Samenwerking moet wantrouwen voorkomen.

1957: oprichting Europese Economische Gemeenschap (EEG)
  • Nederland
  • Duitsland
  • Frankrijk
  • België
  • Italië
  • Luxemburg
Afspraak:
  • Geen belasting heffen op goederen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Ik snap het leerdoel:
Ik beschrijf hoe de Nederlandse economie zich herstelde na 1945
A
Ja
B
Nee
C
een beetje

Slide 10 - Quiz

Afsluiting §3A (10 minuten)
Maken vraag 1 t/m 5 van paragraaf 3A
Klaar? Keuze uit: 
lezen §3b & 3C
maken: §5 onderzoek doen
verder met historisch dossier

Slide 11 - Slide

Van industrie naar diensten
Nederland als industriële samenleving

Slide 12 - Slide

Noem twee redenen waarom de wederopbouw snel ging.

Slide 13 - Open question

Welke organisatie werd opgericht in 1957?

Slide 14 - Open question

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
B
Snelle groei
Leerdoel:
Je kunt een aantal gevolgen noemen van de economische groei in Nederland vanaf 1950
Vanaf 1950:
  • Groei economie
  • Nog geen mogelijkheid om lonen te verhogen
Reactie vakbonden
  • Dit is eerst nog in orde
  • Want: invoering uitkering bij arbeidsongeschiktheid, pensioen
1963:
  • Lonen mogen weer omhoog, stijgen enorm
  • Vijfdaagse werkweek
Begrippen:
welvaart
consumptiemaatschappij
gastarbeiders
 
migratie

Slide 15 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
B
Snelle groei
In Nederland neemt welvaart toe: het gaat economisch goed

Consumptiemaatschappij: vele luxeproducten kunnen gekocht worden
  • koelkast
  • auto
  • televisie

Daarnaast meer vrije tijd om te sporten of vakantie 
 

Slide 16 - Slide

Gastarbeiders jaren 70

Slide 17 - Slide

Multiculturele samenleving
Dit verliep in golven:

  • Jaren '50: Indonesiërs en Spaanse en Italiaanse gastarbeiders

  • Jaren '60 en '70: Turkse en Marokkaanse gastarbeiders

  • 1975: Surinamers

  • Vanaf jaren '80: vluchtelingen

Slide 18 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
B
Snelle groei
1952: nagenoeg geen werkloosheid

Tekort aan arbeidskrachten:
  • Mijnen
  • Scheepsbouw
  • Textielindustrie

Gevolg: gastarbeiders werven 
  • Eerst Italië en Spanje, daarna Marokko en Turkije

Gunstige voorwaarden:
  • Contracten onbeperkt verlengen
  • Hele gezinnen zouden over moeten kunnen komen

1970:
  • Regels rond migratie strenger: Eenmaal terug naar eigen land kom je moeilijk weer terug
  • Gezinnen worden definitief naar Nederland gehaald

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Afsluiting
Maken vraag 6 t/m 10 van paragraaf 3B

Slide 22 - Slide

Van industrie naar diensten
Nederland als industriële samenleving

Slide 23 - Slide

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
C
De economie verandert
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse economie vanaf de jaren 1970 veranderde
Er komt een einde aan de groei:

  • 1973: stijgende olieprijzen
  • Hoge lonen ➜ hoge prijzen ➜ minder export


Begrippen:
automatisering
globalisering
Europese Unie (EU)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Crisis in de jaren 80
Jaren 1980:
Veel mensen raken hun baan kwijt
Om productie winstgevend te maken moet loon naar beneden
 1. lager loon
 2. investeren in automatisering: productie door machines
3. fabrieken verplaatsen naar lage-lonen-landen: voorbeeld van globalisering 

Slide 26 - Slide

Wat is globalisering?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

§2.3
Van industrie naar diensten
BASIS
C
De economie verandert
1990: Stijging economie en daarmee ook de welvaart.

1993: Nieuwe samenwerking in vorm van Europese Unie (EU)
Samenwerking op gebied van:
  • economie
  • migratie
  • milieu
  • criminaliteit
Burgers mogen binnen de EU werken waar ze willen. Bedrijven werven personeel in heel EU 
Handel wordt makkelijker door de invoering van 1 munt: euro in 2002.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Waarom kwam er crisis in de jaren 80?

Slide 31 - Open question

Welke organisatie kwam in 1993 i.p.v. de EEG?

Slide 32 - Open question

Afsluiting
Maken vraag 11 t/m 15 van paragraaf 3C

Slide 33 - Slide