Hoofdstuk 1. Natuurlijke voortplanting en anatomie - Bronstseizoen en bronstcyclus

Voortplanting 
klas 1
1 / 50
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Voortplanting 
klas 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Natuurlijke voortplanting
Begeleiden voortplanting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 


Magister
Studiewijzer & lesplanning zijn in magister terug te vinden: 
Studiewijzer - Dierverzorging & Paraveterinair 1e jaar --> Voortplanting klas 1 (VP.1M)
45
"Hoofdstuk 1. Natuurlijke voortplanting en anatomie -Bronstseizoen en bronstcyclus"
46
"Hoofdstuk 2. Natuurlijke voortplanting en anatomie -Anatomie en fysiologie van de geslachtsorganen"
47
"Hoofdstuk 3. Natuurlijke voortplanting en anatomie - Paring en bevruchting"
48
"Hoofdstuk 4. Natuurlijke voortplanting en anatomie - Dracht en geboorte"
49
"Hoofdstuk 3. Begeleiden voortplanting - Geboorte en geboortezorg"
50
"Hoofdstuk 4. Begeleiden voortplanting - Opfok van jonge dieren"
51
Afronden van opdrachten + Toets alle lesstof
Alle vragen uit de boeken
1.8
1.8 Natuurlijke voortplanting en anatomie - Samenvatting bronstcyclus / kengetallen
2.6
2.6 Natuurlijke voortplanting en anatomie - Collage geslachtsherkenning
1.9
1.9 Begeleiden voortplanting - Presentatie fok/kweek
4.10
4.10 Natuurlijke voortplanting en anatomie - Video Dracht en geboorte
4.9
4.9 Begeleiden voortplanting - flyer opfok jonge dieren

Slide 4 - Slide

"Hoofdstuk 1. Natuurlijke voortplanting en anatomie -Bronstseizoen en bronstcyclus" 
"Hoofdstuk 2. Natuurlijke voortplanting en anatomie -Anatomie en fysiologie van de geslachtsorganen"
"Hoofdstuk 3. Natuurlijke voortplanting en anatomie - Paring en bevruchting"
"Hoofdstuk 4. Natuurlijke voortplanting en anatomie - Dracht en geboorte"
"Hoofdstuk 3. Begeleiden voortplanting - Geboorte en geboortezorg"
"Hoofdstuk 4. Begeleiden voortplanting - Opfok van jonge dieren"
Afronden van opdrachten + Toets alle lesstof

Hoofdstuk 1
Boek: Natuurlijke voortplanting en anatomie 
  1. Bronstseizoen en bronstcyclus

Na vandaag weet je;
  • Wat de welke termen er rondom de bronst gebruikt worden en wat ze betekenen. 
  • Welke fases de bronstcyclus doorloopt
  • Hoe de bronst tot stand komt
  • Kan de je van verschillende diersoorten specifieke kenmerken rondom de bronstcyclus benoemen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waarom zien we vaak in het voorjaar veel jonge dieren?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

1.2 Zoogdieren
Bronstcyclus, bronstduur en bronstdetectie
  • Vrouwelijke zoogdieren krijgen 
  • Vruchtbare periode als dier productief is 
  •                               verschilt per diersoort
  • Bronst tijdig opmerken door 

Bronstcyclus
vruchtbare periode tot de eerstvolgende vruchtbare periode
bronsttijd
periode waarin dieren paren, ander woord is paarseizoen
Bronstduur
tijd dat een dier bereid is tot dekking
bronstdetectie
opmerken van de bronst

Slide 7 - Slide

voor alle vrouwelijke zoogdieren geldt dat ze na hun pubertijd in een periode van vruchtbare cyclussen terecht komen. Een bronstcyclus is de vruchtbare periode die duurt tot de eerstvolgende vruchtbare periode. De perioden blijven elkaar opvolgen zolang een dier productief is. deze perioden vallen binnen de bronsttijd. De bronsttijd is de periode waarin de dieren paren. Binnen de bronstcyclus is een dier slechts een beperkte periode vruchtbaar. Deze zogenaamde bronstduur verschilt per diersoort. Een merrie kent een bronstcyclus van 3 weken  en is in deze periode ongeveer 5 dagen hengstig. Dit in tegenstelling tot een caviazeug die een cyclus van zestien dagen heeft, maar slechts 1 dag vruchtbaar is. Het is voor jou als dierverzorger dan ook belangrijk dat je de bronst tijdig opmerkt! Het opmerken van de bronsttijd heet bronstdetectie. Het bronstig worden van een dier wordt zintuigelijk en hormonaal geregeld. De bereidheid om te paren hangt af van de daglengte, lichtintensiteit of temperatuur. de zintuigen nemen deze veranderingen waar en zorgen dat bepaalde klieren in de hersenen hormonen afgeven die de cyclus op gang brengen. Natuurlijk niet voor elk die op hetzelfde tijstip.
1.2 Zoogdieren
Fasen bronstcyclus
Vier perioden: pro-oestrus, oestrus, metoestrus en anoestrus
  1. Pro-oestrus is voorbronst, eicellen gaan rijpen
  2. Oestrus dan is het dier bronstig door productie oestrogeen
  3. Metoestrus dan wordt de dracht in stand gehouden door progesteron
  4. Anoestrus is de seksuele rustfase

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hormonen
Follikel Stimulerend Hormoon (FSH)
Oestrogeen
Progesteron
Luteïniserend hormoon (LH)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

FSH
Stimuleert de groei van de follikels op de eierstokken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oestrogeen
Oestrogeen wordt ook wel bronsthormoon genoemd.
De bronstverschijnselen zijn uitwendig zichtbaar wanneer het follikel voldoende groot/ rijp is.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Luteïniserend hormoon
LH hormoon zorgt dat het rijpe eitje springt en dat het gele lichaam (jasje van het eitje) wordt gevuld met vocht.
Gele lichaam heet ook wel corpus luteum, deze gaat het zwangerschapshormoon (progesteron) produceren.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Progesteron
Progesteron noemen we ook wel het zwangerschapshormoon.
Indien de bevruchte eitjes innestelen in de baarmoederwand blijft het gele lichaam op de eierstok.
Het dier is dus zwanger.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Naderende geboorte
Placenta geeft aan dat progesteron minder geproduceerd kan worden en de geboorte wordt ingezet.
Naar normaal oestrogeen gehalte.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Geen bevruchting
Indien er geen bevruchting plaats vindt, lost de eicel op.
Het oestrogeen gehalte komt op normaal niveau en de progesteron is heel laag.
De baarmoeder maakt zich gereed voor de anoestrus periode.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Anoestrus
pro-oestrus
oestrus
Post-oestrus

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Sta reflex zeug en insemineren
https://www.youtube.com/watch?v=vQ2EnYE_4Qo

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Indelingen bronsttijd
  • Long day breeders
  • short day breeders
  • Mono-oestrisch 
  • Poly-oestrisch 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Long day breeders
Short day breeders
Paarden
Long-day breeders  Paren wanneer de dagen langer worden. Paard draagt 11 maanden en jong komt in het voorjaar
Schapen
Short-day breeders  Paren wanneer de dagen korter worden. Schaap draagt 5 maanden min 5 dagen en jong komt in het voorjaar

Slide 20 - Slide



 Long-day breeders en short-day breeders
De bronsttijd is afhankelijk van de draagtijd van een dier. Daarom maak je onderscheid tussen
de zogenaamde long-daybreeders en short-daybreeders. Long-daybreeders paren wanneer
de dagen langer worden, en short-daybreeders paren wanneer de dagen korter worden. Dit
verschil is er om ervoor te zorgen dat de jongen in het voorjaar geboren worden. Dit is geen
toeval, want in de vrije natuur is het voorjaar de beste periode in het jaar om jongen groot
te brengen. De temperatuur is gunstig en er is voedsel in overvloed. Een voorbeeld van een
long-daybreeder is een paard. Een paard heeft een draagtijd van elf maanden. Een schaap is
een short-daybreeder en heeft een draagtijd van gemiddeld vijf maanden minus vijf dagen.

Mono-oestrisch 

Poly-oestrisch
De wolf
Er zijn diersoorten die maar één bronstcyclus
(mono-oestrisch) per jaar hebben. Een voorbeeld daarvan is de wolf. 
Kat (en meeste zoogdieren)
hebben echter meerdere bronstcyclussen per jaar (poly-oestrisch). Bij een dier dat nog sterk
seizoensgebonden is, vinden de cyclussen plaats in een bepaalde periode van het jaar. 

Slide 21 - Slide

Mono-oestrisch en poly-oestrisch
Je kunt dieren indelen in long-daybreeders en short-daybreeders. Een andere indeling is een
indeling waarbij je kijkt naar de bronstcyclus. Er zijn diersoorten die maar één bronstcyclus
(mono-oestrisch) per jaar hebben. Een voorbeeld daarvan is de wolf. De meeste zoogdieren
hebben echter meerdere bronstcyclussen per jaar (poly-oestrisch). Bij een dier dat nog sterk
seizoensgebonden is, vinden de cyclussen plaats in een bepaalde periode van het jaar. Dit
wordt onder andere gezien bij schapen en geiten die in het najaar bronstig zijn. Diersoorten
als de koe, het varken en het konijn kunnen het hele jaar door bronstig worden. Voor het
bronstig zijn van vrouwelijke dieren zijn verschillende termen in omloop. Een cavia die zich wil
laten dekken is berig, een schaap rits, een hond loops en een koe tochtig.
Leven in de buurt van mensen
Dieren gedomesticeerd, aangepast aan leven met de mens. Dieren die buiten leven houden in hoge mate natuurlijk paarseizoen

Fokkerij in dierentuinen
Dieren niet meer in natuurlijke levensritme. Kans op onverwachts geboorte jongen en geen vaste cyclus meer

Bronstverschijnselen
Dier laat zien dat het bronstig is. Sta-reflex als ze dekbereid zijn. Veranderingen aan het vrouwelijk geslachtsorgaan. Vrouwtje scheidt feromonen af

Slide 22 - Slide

Fokkerij in dierentuinen
Het fokken van dieren in dierentuinen is niet gemakkelijk. De dieren zitten niet meer in
een natuurlijk levensritme. Een dier dat van het zuidelijk halfrond komt en naar Nederland
wordt gehaald, slaat als het ware een half jaar over. Het is daar namelijk voorjaar als het bij
ons herfst is. Hierdoor kan het voorkomen dat er op onverwachte momenten jongen worden
geboren. Het kan ook gebeuren dat het dier geen vaste cyclus meer vertoont. Ook dieren die
gewend zijn aan veel langere, kortere, koudere of warme periodes ondervinden problemen bij
de fokkerij. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de geboorte van een dier in een dierentuin
vaak nieuws is. Het is terecht een unieke gebeurtenis.

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Bronstverschijnselen
Elk dier laat op zijn eigen manier merken dat het bronstig is. Dit noem je bronstverschijnselen. Wanneer een dier bronstig is, merk je dit vaak als eerste aan het gedrag van het dier.
Wat voor gedrag laat een konijn voedster zien?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

2

Slide 25 - Video

Bronstverschijnselen
Elk dier laat op zijn eigen manier merken dat het bronstig is. Dit noem je bronstverschijnselen. Wanneer een dier bronstig is, merk je dit vaak als eerste aan het gedrag van het dier. Het
dier is niet helemaal zichzelf. Bronstgedrag wijkt duidelijk af van normaal gedrag. Mannelijke
edelherten bijvoorbeeld burlen om de vrouwtjes te lokken. Dan loeien ze op een bepaalde
manier. Bij bijvoorbeeld konijnen zal een voedster vaak onrustig zijn en knorren en jammeren.
Ook plast ze vaak. Maar dit is moeilijk waar te nemen. Wanneer je de voedster aanbiedt aan
de ram, zal zij de ram in veel gevallen willen dekken. Ook een caviazeug toont veel interesse
in de andere cavia’s door om ze heen te lopen. Daarnaast maakt ze een brommend geluid en
probeert ze andere cavia’s te beklimmen.
Bronstige dieren vertonen een sta-reflex als ze dekbereid zijn. Ze blijven stokstijf staan zodat
ze gedekt kunnen worden door het mannetje. Bij de voedster en hamster kun je dit goed zien
wanneer je ze op de rug tegen de haren in aait. Een voedster blijft liggen en houdt haar achterlijf omhoog, een hamster blijft staan en tilt haar staartje een beetje op. Het is belangrijk
dat een vrouwtje niet beweegt, omdat een dekking anders niet mogelijk is.
Bij zoogdieren kun je aan bronstgedrag merken of een dier bronstig is. Je kunt dat ook zien
aan veranderingen aan het vrouwelijk geslachtsorgaan. De vulva van het vrouwtje zwelt op en
kleurt wat roder. Tevens is er slijmvorming. Naast bronstgedrag en lichamelijke veranderingen
scheidt het vrouwtje hormonen af waardoor mannelijke dieren aangetrokken worden. Deze
hormonen noem je feromonen.
00:06-00:09
Bij bijvoorbeeld konijnen zal een voedster vaak onrustig zijn en knorren en jammeren.
Ook plast ze vaak. Maar dit is moeilijk waar te nemen. Wanneer je de voedster aanbiedt aan
de ram, zal zij de ram in veel gevallen willen dekken.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

00:13-00:18
Bronstige dieren vertonen een sta-reflex als ze dekbereid zijn. Ze blijven stokstijf staan zodat
ze gedekt kunnen worden door het mannetje. Bij de voedster kun je dit goed zien wanneer je ze op de rug tegen de haren in aait. Een voedster blijft liggen en houdt haar achterlijf omhoog, Het is belangrijk dat een vrouwtje niet beweegt, omdat een dekking anders niet mogelijk is.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Gedrag
Bronstverschijnselen 
Afwijkend van normaal
sta-reflex
onrustig






Fysiek 
Feromonen
Zwellen vulva
Slijmvorming
burlen (hert)
Flemen
Manier om stoffen (feromonen) op te vangen die door het andere geslacht word geproduceerd 

Slide 28 - Slide

Bij zoogdieren kun je aan bronstgedrag merken of een dier bronstig is. Je kunt dat ook zien
aan veranderingen aan het vrouwelijk geslachtsorgaan. De vulva van het vrouwtje zwelt op en
kleurt wat roder. Tevens is er slijmvorming. Naast bronstgedrag en lichamelijke veranderingen
scheidt het vrouwtje hormonen af waardoor mannelijke dieren aangetrokken worden. Deze
hormonen noem je feromonen.
De bronstduur is voor elk dier even lang.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Long-daybreeders paren als de dagen korter
worden, short-daybreeders als de dagen langer
worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Poly-oestrische dieren hebben meerdere
vruchtbare cyclussen achter elkaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

De bronstduur is de tijd dat een dier bronstig is
in haar vruchtbare periode.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Hond (Loopse teef)
Bronstseizoen : 1 á 2 x p.j.
Bronstverschijnselen : 
  • Gedrag en lichaam veranderd door hormonen
  • Teef eet minder, meer janken of onrustig
  • Plassen vaker om reukspoor achter te laten
  • Sta-reflex om reu toe te laten

Pro-oestrus
Rijpende eicel is Graafs follikel
Rijpen van eicellen duurt gemiddeld 9 dagen
Uitwendig bloederige afscheiding en gezwollen vulva

Oestrus
Follikels zijn gerijpt
Derde dag oestrus vindt de eisprong plaats
Graafs follikel wordt het gele lichaam
Totale duur oestrus 9 dagen
Tijdens oestrus dekking door reu

Metoestrus
De teef accepteert geen reuen meer. Het bloeden stopt en de vulva krimpt weer naar normale afmeting
Anoestrus
Rustfase van het lichaam, progesteron levels zijn weer laag. Voortplantingsorganen zijn in rust. Faseduur afhankelijk van soort en individuele hond. 4-10 maand

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Kat (krols)
Bronstseizoen (poly-oestrus)
  • Krolsheid in voorjaar en najaar

Bronstverschijnselen :
  • Lordosis
Inoestrus 
  • Seksuele rustfase als de poes niet gedekt is (8-10d)
Pro-oestrus 
Pro-oestrus onopvallend en duurt 3 dagen

Oestrus is poes krols en laat dekking toe
Oestrus duurt 7 tot 9 dagen
Eisprong na dekking
Metoestrus, interoestrus en anoestrus
Na eisprong komt de poes in metoestrus
Niet drachtig duurt de metoestrus 38 dagen en drachtig 60 dagen
Als een poes niet gedekt is komt ze in de interoestrus
Interoestrus is een seksuele rustfase
Poes nog in bronstcyclus start cyclus opnieuw
Poes einde voortplantingsseizoen dan in anoestrus
Anoestrus
Poes einde voortplantingsseizoen dan in anoestrus 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Konijn
  • Eierstokken produceren in golven rijpe follikels
  • Geen duidelijke bronstcyclus
  • Pas eisprong na dekking
  • Bronstige voedster achterlijf omhoog
  • Rood-blauw verkleuren vulva
  • Hele jaar door vruchtbaar

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Cavia
  • Bronstcyclus van 16 dagen en bronstduur van 24 uur
  • 10 uur na begin bronst de eisprong
  • Bronstgedrag loopt om andere heen
  • Andere cavia’s beklimmen
  • Beer verleidt het zeugje door te brommen en achter haar aan rennen
  • Hele jaar door vruchtbaar

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Ontwerp spel
Breng de hormooncyclus in beeld m.b.v. een spel:
  1. namen hormonen
  2. tijdsduur
  3. waarnemingen (gedrag)
  4. Moet in spelvorm

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hamster
  • In de natuur seizoensgebonden bronstcyclus
  • Voortplanting april tot september
  • Hamster winterslaap (anoestrus)
  • In gevangenschap hele jaar door
  • Bronstcyclus duurt 4 dagen en 6 tot 10 uur bronstig (‘s nachts)
  • Bronstig dan sta-reflex

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

00:00
Vogels
Geen "bronst" maar balts
onder invloed van omgevingsfactoren

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 42 - Video

This item has no instructions

00:00
Reptielen, amfibieën & vissen
Geen bronstcyclus 
Alleen voortplanting onder gunstige omstandigheden
Hebben ook baltsgedrag
Soms tijdens bronstperiode een ander uiterlijk

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Stelling: Alle dieren hebben een duidelijke bronstcyclus.
Vogels, reptielen, amfibieën en vissen hebben geen duidelijke bronstcyclus, overige dieren wel.

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Stelling: Een bronstcyclus bestaat uit verschillende fases.
Ja dat klopt, de bronstcyclus bestaat uit 4 fases

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Stelling: Als een dier één bronstcyclus per jaar heeft noem je dit poly-oestrisch.
Een dier met maar 1 bronstcyclus noem je mono-oestrisch. Poly-oestrisch dan hebben ze meerdere bronstcyclussen in een jaar.

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

cavia
Bronstcyclus van 4 dagen
De eisprong=10 uur na start bronst
Hele jaar vruchtbaar en geinduceerde ovulatie
Interoestrus als niet gedekt
Metoestrus duurt 6-10 weken (á 2 maanden)

Slide 47 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag!!
Opdracht 1 : Maak (groepjes 2-3 personen) een samenvatting op een poster over de bronstcyclussen van: Hond / Kat / Konijn, cavia, hamster / vogels / vissen, reptielen, amfibieën 
Opdracht 2 : tabel kengetallen
Huiswerk: Maken alle vragen Hoofdstuk 1 uit het boek : Natuurlijke voortplanting en anatomie 

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting?

Slide 49 - Mind map

This item has no instructions

bronnen 
slide 1 - foto hond : https://images.app.goo.gl/GjXeCgfQhxh5DT1p6

Slide 50 - Slide

This item has no instructions