Les 5 De weg die impulsen afleggen

De weg die impulsen afleggen
Les 5
Thema Regeling
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De weg die impulsen afleggen
Les 5
Thema Regeling

Slide 1 - Slide

Vandaag
+ Aanwezigheidscheck
+ 4 herhalingsvragen over planten 
+ Posters laten zien!
+ Korte feedback op mindmap
+ Nieuwe theorie basisstof 5 'de weg die impulsen afleggen' 
 - tekening maken samen!
+ Even oefenen en afsluiten


Slide 2 - Slide

Wat kan via de huidmondjes NIET gebeuren?
A
water verdampt
B
koolstofdioxide wordt opgenomen
C
water wordt opgenomen
D
zuurstof wordt afgegeven

Slide 3 - Quiz

De schimmel die de iepenziekte veroorzaakt, verspreidt zich via de houtvaten steeds verder in de boom. De houtvaten raken verstopt en binnen een jaar sterft de boom.
Door het verstoppen van de houtvaten wordt het vervoer van bepaalde stoffen geremd.

Door het verstoppen van de houtvaten wordt:
A
het transport van water en suiker geremd
B
alleen het transport van water geremd
C
Alleen het transport van mineralen geremd
D
Het transport van water en mineralen geremd

Slide 4 - Quiz

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 5 - Drag question

Wat is bestuiving?
A
stuifmeel komt op een stamper
B
eicellen komen op de meeldraad
C
eicellen komen op de stamper
D
stuifmeelkorrels komen op de meeldraad

Slide 6 - Quiz

Bestuiving


Bestuiving = 
Als er stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen van de zelfde soort

Bestuiving kan plaatsvinden door: 
  • De wind
  • Insecten (bijen, vliegen, vlinders)
 
Soorten bestuiving:
  • Zelf bestuiving
  • Kruisbestuiving

Slide 7 - Slide

Zet in het midden het woord: Zenuwstelsel

Verwerk in ieder geval de volgende woorden:
centraal zenuwstelsel                grote hersenen
kleine hersenen                             hersenstam
zenuwen                                            prikkel
impuls                                                 zintuigen
klieren                                                 spieren
uitwendige prikkel                        inwendige prikkel
ruggenmerg                                    wervelkanaal
zenuwcellen                                    gevoelszenuwcel
bewegingszenuwcel                   schakelcel
uitloper                                              cellichaam
gevoelszenuw                                bewegingszenuw
gemengde zenuw                        witte stof
grijze stof                                         hartslag
bewustwording                             coördinatie
medicijnen                                       waarnemingsvermogen
reactievermogen                          verslaving




Opdracht in tweetallen

Maak een mindmap van alle 
(genoemde) begrippen van (de vorige) opdracht.

Arceer alle woorden die je zelf nog extra toevoegt met een arceerstift
Gebruik je boek!

Lever je mindmap in na 20 minuten!

timer
20:00

Slide 8 - Slide

De weg die impulsen afleggen
* Samen tekenen

* Bewuste reactie 
* Onbewuste reactie (reflex)

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de weg die impulsen afleggen beschrijven bij een bewuste reactie

Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt de reflexboog omschrijven

Slide 10 - Slide

Bewuste reactie
De impulsen gaan langs de hersenen en worden daar verwerkt

Dit is wat anders dan bewust zijn

Sommige bewuste reacties denk je niet over na
Dat doen je hersenen zelf


Slide 11 - Slide

Bewuste reactie

De situatie: Lamp staat aan, maar jij wilt de lamp uit doen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bewuste reactie

Voorbeeld: je wordt geduwd , je kijkt en duwt terug.

De hersenen bepalen wat er gebeurt en geven een impuls af naar een spier

Slide 16 - Slide

Bewuste reactie

Slide 17 - Slide

Onbewuste reactie (reflex)
Reflex nodig voor:
Bescherming tegen beschadigingen

Voorbeelden: pupilreflex, slikreflex  of terugtrekreflex

Soms wordt je wel bewust van de reflex. 
Voorbeeld: terugtrekreflex - nadat je jezelf pijn hebt gedaan.

Slide 18 - Slide

Bewuste reactie

De situatie: je prikt je aan de cactus

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de weg die impulsen afleggen beschrijven bij een bewuste reactie

Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt de reflexboog omschrijven

Slide 20 - Slide

Een reflex is een bewuste reactie.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Schakelcellen ontvangen impulsen van:
A
bewegingszenuwcellen
B
zintuigcellen
C
gevoelszenuwcellen
D
prikkels uit de omgeving

Slide 22 - Quiz

Zenuwcellen

Slide 23 - Slide

Is het een reflex of reactie?
Reflex
Reactie
Je trekt je hand weg van de hete verwarming.
Je broer maakt een grapje en je moet lachen.
Je loopt naar de deur, omdat de deurbel gaat.
Je knijpt van schrik in de arm van je moeder.

Slide 24 - Drag question

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?
A
bewuste reactie
B
reflex

Slide 25 - Quiz

Zet de onderdelen van een speeksel reflex in de juiste volgorde
Reukzintuig
Prikkel
Gevoelszenuw
Bewegingszenuw
Hersenstam
Reactie

Slide 26 - Drag question

De weg die impulsen afleggen bij een reflex noem je de reflexboog.

De reflexbogen van hoofd en hals lopen via de hersenstam.
De reflexbogen van romp en ledematen lopen via het ruggenmerg.
De weg die impulsen afleggen bij een reflex noem je de reflexboog

  • De reflexbogen van hoofd en hals lopen via de hersenstam.
  • De reflexbogen van romp en ledematen lopen via het ruggenmerg.

Slide 27 - Slide

Blauwe woorden
cellichaam
zenuw
Inwendige prikkels
schakelcel
ruggenmerg
kleine hersenen
uitloper
impuls
centraal zenuwstelsel
grote hersenen
wervelkanaal
uitwendige prikkels
prikkel
bewegingszenuw
zenuwstelsel
hersenstam

Slide 28 - Slide

De grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft

De grote hersenen zijn erg geplooid.

In de hersenschors (buitenste laag) ligt de grijze stof.

Als impulsen in de grote hersenen zijn verwerkt, wordt je je bewust van een prikkel.

Slide 29 - Slide

De hersencentra
In de groter hersenen komen
veel impulsen vanaf de zintuigen 

Pas als deze impulsen zijn 
verwerkt wordt je bewust.

Twee delen
  • Bewegingscentra
  • Gevoelscentra

Slide 30 - Slide

Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen. 

De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie. 


Slide 31 - Slide

Beïnvloeding van het zenuwstelsel.  
Veel stoffen kunnen de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden: 

  • Medicijnen
  • Alcohol
  • Drugs
  • Tabak

Slide 32 - Slide

kleine hersenen

Slide 33 - Slide

Verslaving
Bij drugs treedt er tolerantie op, je hebt steeds meer nodig van de drugs om hetzelfde effect te voelen. 

Verslaving kan geestelijk zijn (je hebt het gevoel dat je niet zonder kan).

Verslaving kan ook lichamelijk zijn, dan krijg je ontwenningsverschijnselen zoals koorts, trillen, misselijkheid, enz. als je stopt met de drug. 

Slide 34 - Slide

Maakwerk KB

Maken in je werkboek
opdracht: 1 & 2
vanaf bladzijde 137

Maak in je schrift
5 & 6 en 7a + 7b
Maakwerk BB

Maken in je werkboek
opdracht
1 - 4 - 5 - 6

Slide 35 - Slide