4.7 Soortvorming

Zwangerschapstest. (1350 v.C.)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zwangerschapstest. (1350 v.C.)

Slide 1 - Slide

4.7 Ontstaan van soorten en eilandtheorie

Slide 2 - Slide

Welke van de volgende criteria is specifiek nodig voor soortvorming?
A
Variatie in eigenschappen
B
Erfelijkheid van eigenschappen
C
Selectie voor het sterkste individu
D
Isolatie van populaties

Slide 3 - Quiz

Bas 7 Ontstaan van soorten
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen wat reproductieve isolatie is en toepassen
  • de eilandtheorie uitleggen en toepassen in vraagstukken

Slide 4 - Slide

Vereiste voor soortvorming: Reproductieve isolatie
-> genetische verschillen hopen op

- Allopatrisch (= in ander gebied)
'Eilandtheorie' (McArthur & Wilson)

- Sympatrisch (= in zelfde gebied)


4.7 Soortvorming

Slide 5 - Slide

Darwinvinken
tijdens de reis van Darwin op de the beagle kwam hij op de Galapagoseilanden.

Op deze eilanden vond hij vinken die allemaal wel op elkaar leken maar toch net iets anders waren. 

Elk eiland had een andere voedselbron voor de vinken. De vinken hadden zich aangepast met hun snavel op de voedselbron

Slide 6 - Slide

Stel dat....
- Populaties volledig gescheiden zijn 
- milieu verandert, zorgt voor nieuwe selectiedruk

Dan blijkt dat de allelfrequenties
veranderen


Slide 7 - Slide

Eilandtheorie (binas 93C)
Aantal soorten wordt bepaald door:
- immigratie &  extinctie
- Waarvan zijn die afhankelijk? 

1. aantal geslachten van specifieke onderfamilie snuitkevers op eilanden ten Oosten van Nieuw-Guinea
2. Reptielen en amfibieën

op Caribische eilanden

Slide 8 - Slide

Eilandtheorie
Wiskundig model dat voorspelt hoeveel soorten er op een eiland kunnen leven. 

Groter eiland: meer voedselbronnen
(10x groter => 2x meer soorten)
Dichtbij vaste land: meer immigratie



VS -->

Slide 9 - Slide

Op wat voor eiland leven de meeste soorten?
A
Ver van vaste land, klein eiland
B
Ver van vaste land, groot eiland
C
Dichtbij vaste land, klein eiland
D
Dichtbij vaste land, groot eiland

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Soortvorming
  • Kan ook in zelfde gebied :
  • Reproductieve isolatie
    (=Geen voorplanting) door mutaties, gedrag, tijd of fout tijdens meiose (polyploïde)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

4.7 Soortvorming
Pagina's 212-215
Hw opdrachten: 70 t/m 74


Voorbereiding voor tussentoets - maken werkblad Evolutie. 
Deze bespreken we dinsdag!



Slide 14 - Slide

Begrippen thema 4 (zonder 4.3)

  • Neodarwinistische evolutietheorie, natuurlijke selectie, fitness, genetische variatie, mutaties
  • Gene flow, genetic drift (flessenhalseffect, foundereffect)
  • Reproductieve isolatie: geografische isolatie of verschillen in gedrag 
  • Ontstaan leven, indeling in rijken, taxonomie, binaire naamgeving, endosymbiosetheorie (eukaryoten), auto/heterotroof, (an)organische stoffen. 
  • Prokaryoten: Archae, bacteriën, conjugatie, virussen
  • Vergelijkende anatomie: homoloog en analoog, rudimentaire organen, embryologie, biochemie, cladistiek
  • Stambomen aflezen 

Slide 15 - Slide