Ch 3 - les 6

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Chapitre 3
  • Ik ken woorden die te maken hebben met school.
  • Ik ken de dagen van de week.
  • Ik kan vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan vertellen in welke klas ik zit.
  • Ik kan vertellen welke vakken ik heb en hoe ik deze vind.
  • Ik kan vertellen wie mijn docenten zijn en wat ik van hen vind.
  • Ik kan het werkwoord être gebruiken.
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.



Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Vocabulaire
  • Parler
  • Les heures
  • Bezittelijk voornaamwoord
  • Le verbe être
  • Préparer le contrôle

Slide 3 - Slide

Vocabulaire

A B E F
gram. D H
kloktijden

10 minuten

Slide 4 - Slide

Parler
Vertel:
-hoe je heet
-hoe oud je bent
-in welke klas je zit
-welke vakken je leuk vindt
-welke vakken je stom vindt
-vertel bij een vak wie je docent is en     wat je van hem/haar vindt

Slide 5 - Slide

Quelle heure est-il?

             il est ...

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

                           mnl ev             vrl ev                mv
mijn                  mon                 ma                    mes
jouw                 ton                    ta                      tes
zijn/haar        son                   sa                      ses
onze                 notre                notre               nos
uw/jullie         votre                votre                vos
hun                   leur                   leur                  leurs

Slide 9 - Slide

Even oefenen
Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Slide

C'est (onze) ... chien.
A
leur
B
notre
C
nos
D
votre

Slide 11 - Quiz

(Mijn) ... père s'appelle Tobias.
A
Mon
B
Ma
C
Ton
D
Ta

Slide 12 - Quiz

Ma soeur cherche (haar) ... clés.
A
son
B
sa
C
ses
D
tes

Slide 13 - Quiz

Mon frère cherche (zijn) ... clés.
A
son
B
sa
C
ses
D
tes

Slide 14 - Quiz

Vertaal:
mijn broer, mijn zus, mijn ouders

Slide 15 - Open question

Oefenen
exercice

30
31

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Le verbe être

Slide 18 - Slide



être
=
 zijn




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 19 - Drag question

Toets  - 25 mei
  • Ik ken woorden die te maken hebben met school.
  • Ik ken de dagen van de week.
  • Ik kan vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan vertellen in welke klas ik zit.
  • Ik kan vertellen welke vakken ik heb en hoe ik deze vind.
  • Ik kan vertellen wie mijn docenten zijn en wat ik van hen vind.
  • Ik kan het werkwoord être gebruiken.
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.



Slide 20 - Slide

1) Wat moet je nog doen om de toets voor te
bereiden?
2) Waar heb je nog extra uitleg bij nodig?

Slide 21 - Open question

Voorbereiding
  • Slim Stampen / WRTS / ...
  • Maken oefentoets online methode
  • Extra oefenen bezittelijk voornaamwoord: H4 opdr 17ab + 23
  • Extra oefenen werkwoord être: je ontvangt een link in Teams
  • Extra oefenen kloktijden: je ontvangt een link in Teams
  • Extra lezenH4 opdr 25
  • Maak een toets voor elkaar (mag ook online)

Slide 22 - Slide