2.4 Verstedelijking in Nederland 15 -1-25

2.4 Verstedelijking van Nederland
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

2.4 Verstedelijking van Nederland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Stad of geen stad?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Planning
stad/geen stad?
Korte herhaling 2.3
Samen lezen 2.4 + uitleg
kennischeck

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Samen lezen 2.4 
blz. 80

Slide 8 - Slide

Stad en platteland
Vroeger een duidelijke scheiding tussen stad en platteland. 

De stad heeft invloed op het platteland rondom de stad, noemen we overgangsgebied. 

Slide 9 - Slide

Stedelijke uitbreiding 
De stad slokt de omliggende dorpjes op. 

Voorbeeld: Groningen en Hoogkerk

Noemen we een agglomeratie

Slide 10 - Slide

Stedelijk netwerk 
stadsgewest
De dorpjes erom heen hebben een sterke relatie met de grote stad in het midden. Voor: voorzieningen, werkgelegenheid ed. 
stedelijk netwerk
Stadsgewesten komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Er zijn nauwe contacten tussen. 

Slide 11 - Slide

Verstedelijking Nederland
Urbanisatiegraad?
Urbanisatietempo?

Slide 12 - Slide

Agglomeratie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

kennischeck

Slide 16 - Slide


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 17 - Quiz

Maastricht - Heerlen
Rooterdam - Den Haag - Amsterdam 
Hengelo - Enschede 
Eindhoven - TIlburg 
Groningen - Assen 
Arnhem - Nijmegen

Slide 18 - Drag question

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 19 - Quiz

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 20 - Quiz

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 22 - Quiz


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 23 - Quiz


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 24 - Quiz