Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden)
Geef de drie vormen:
• Infinitive (hele werkwoord)
• Past simple (verleden tijd)
• Past participle (voltooid deelwoord)
1) ontmoeten: to meet / met / met
2) verstoppen: to hide / hid / hidden
3) graven: to dig / dug / dug
4) weten: to know / knew / known
5) eten: to eat / ate / eaten
6) blazen: to blow / blew / blown