Thema 4 BS 4.4

Ordening
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ordening

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met mijn werkstuk?
A
Goed, ik heb alles af van wat je had opgekregen
B
Goed, ik heb bijna alles af van wat je had opgekregen
C
Niet zo goed, ik ben nog niet begonnen
D
Ik heb een klein beginnetje gemaakt

Slide 2 - Quiz

Ik heb steeds bijgehouden welke bronnen ik heb gebruikt?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 4 - Quiz

Schimmels hebben:
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 5 - Quiz


Hoe noem je de onderdelen bij nr. 1?
1
A
cellichamen
B
sporen
C
vruchtlichamen
D
schimmeldraden

Slide 6 - Quiz


Hoe noem je de schimmel die gebruikt wordt voor het maken van penicilline?
A
de penschimmel
B
de antibiotica
C
de penseelschimmel
D
de spore-schimmel

Slide 7 - Quiz

1. Michael zegt:
Schimmels zijn nuttig, ze (resten van) dode organismen in de natuur, ze ruimen ze op.
2. Jordy zegt:
Voetschimmel wordt ook wel zwemmerseczeem genoemd
A
Beide waar
B
Beide niet waar
C
Michael: niet waar Jordy: waar
D
Michael: waar Jordy: niet waar

Slide 8 - Quiz

Bij ordening verdeel je de organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 9 - Quiz

Bij warm weer leg je voedsel in de koelkast
A
omdat het voedsel dan beter smaakt
B
ziekmakende bacteriën kunnen zich dan minder voortplanten
C
het hoeft niet, eigenlijk is dat onzin
D
gezonde bacteriën blijven dan beter aanwezig in het voedsel

Slide 10 - Quiz

Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Indeling op basis van celkenmerken:
  • Celkern
  • Celwand
  • Bladgroen

Slide 11 - Slide

voortplanting schimmels 
Schimmels planten zich voort met behulp van hun sporen. Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Nuttige schimmels

Speciale soorten schimmels spelen een rol bij het maken van voedingsmiddelen.

Champignons en cantharellen zijn schimmels die we kunnen eten.
Schimmelkaas
1
Gist is een eencellige schimmel.
Gebruikt voor het rijzen van deeg
2
Schimmel speelt een rol bij maken van bier / wijn
3
cantharellen en champignons
4

Slide 14 - Slide

Schadelijke schimmels
Schimmels kunnen voedsel bederven.

Schimmels kunnen ziekten veroorzaken bij planten, dieren en mensen.

Schimmelinfecties zijn meestal huidaandoeningen. 

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
-Ik weet dat je het plantenrijk kunt indelen in 2 stammen
-Ik weet wat de kenmerken van sporenplanten zijn
-Ik weet wat de kenmerken van zaadplanten zijn

Slide 16 - Slide

Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Indeling op basis van celkenmerken:
  • Celkern
  • Celwand
  • Bladgroen

Slide 17 - Slide

Organen van een plant
Een plant heeft organen:

- wortels
- stengels
- bladeren
- (niet altijd) bloemen 

Planten behoren tot het 
"Rijk van de planten".

Slide 18 - Slide

Het rijk van de planten kun je indelen in 2 stammen.
Hierbij let je op de manier van voortplanten.

De manier van voortplanten is een kenmerk.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Stam: Sporenplanten

Mossen:
Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:
Varens herken je aan zijn grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Slide 21 - Slide

Mossen







Voortplanting:
Sporen ontstaan in sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

haarmos

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Varens
Voortplanting:
Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar. Deze zitten aan de onderkant van het blad.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 24 - Slide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Werkstuk dier
Hoe nu verder? Vandaag uitleg over 
-inleiding
-hoofdstuk 5




Slide 27 - Slide

Aan het (huis) werk

Lezen blz. 97 t/m 99
Maken basisstof 4.4 opdr. 12a t/m 12e + 14

Werkstuk: inleiding + hoofdstuk 5 
(vergeet de bronnen niet te vermelden)


Slide 28 - Slide

Werkstuk dier
1. Voorblad + hoofdstuk 2 + hoofdstuk 3 --> wie heeft het af?
2. Bronnenlijst...laat deze aan elkaar zien

Hoe nu verder? Vandaag uitleg over hoofdstuk 4




Slide 29 - Slide