Week 2, les 2

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Slide

La clase de hoy
La meta de la clase: het doel van les
je kan de werkwoorden van presente perfecto en de presente toepassen in een tekst.Je kunt minimaal vijf werkwoorden herkennen en vervoegen

Repaso (herhalen)
-Woordenschat hoofdstuk 1 "Entre mar y montaña".
- Jullie oefenen met de "presente perfecto" y el "Presente"
- Oefenen leesvaardigheid
                                     

Slide 2 - Slide

El programa de hoy
  • 5 min - Bienvenidos
  • 15 min - leesvaardigheid 
  • 30 min -  presente y pretérito perfecto
  • 15 min - StudyGO en leren
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

BEGINTAAK
timer
3:00

Slide 4 - Mind map

BEGINTAAK

Slide 5 - Slide

¡A trabajar!
25

¿Qué? p. 13 ejercicio 8, 9 y 10
¿Cómo? individualmente  
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? practicar con la comprensión lectora 


timer
15:00
1. La comprensión lectora

Slide 6 - Slide

Presente de indicativo
Herhaling

Slide 7 - Slide

Vervoeg de werkwoorden in Presente de Indicativo:

1. . (trabajar) Yo _______________ en una oficina

A
trabajas
B
trabajo
C
trabajamos
D
trabajan

Slide 8 - Quiz

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

2. (escribir)¿Vosotras _______ vuestro apellido con la V o
con la W?

A
escribís
B
escribo
C
escribimos
D
escribes

Slide 9 - Quiz

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

3. (beber)El niño ______ mucha leche.

A
bebéis
B
beben
C
bebo
D
bebe

Slide 10 - Quiz

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

5. (correr)¡Ustedes _______ mucho!


A
corremos
B
corren
C
corro
D
corréis

Slide 11 - Quiz



Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

6. (vivir)María ______ en el quinto piso de este edificio.



A
vivo
B
viven
C
vivimos
D
vive

Slide 12 - Quiz

¡A trabajar!
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De voltooid tegenwoordige tijd
1.  Wat is de presente perfecto?
2. De vorm van de presente perfecto.
3. Wanneer gebruik je presente perfecto?
4. Signaalwoorden.
Presente perfecto

Slide 15 - Slide

Presente perfecto
De voltooid tegenwoordige tijd
In het nederlands:

Ik heb een mooi boek gelezen.
Ik ben bij de kapper geweest.

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 16 - Slide

De vorm van de presente perfecto
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord:
 


ww-ar: stam + ado
ww-er: stam + ido
ww-ir: stam + ido
haber +

Slide 17 - Slide

Geef de vorm aan van de Presente perfecto

Slide 18 - Open question

¿Cuándo se usa el Presente Perfecto?
Wanneer gebruik je presente perfecto?

De voltooid tegenwoordige tijd (Presente perfecto)
Om handeling of gebeurtenis aan te duiden die al plaats gevonden heeft, maar die nog relatie heeft met het heden.

Ejemplo:   Esta mañana he desayunado (Vanmorgen heb ik ontbeten)
 Voorbeeld:  Hoy he trabajado (Vandaag heb ik gewerkt)


Slide 19 - Slide

Wanneer gebruik je presente perfecto?

Slide 20 - Open question

Woorden waarmee je de Presente Perfecto
kunt herkennen
Signaalwoorden:

Ejemplo: Este año no he ido de vacaciones
Voorbeeld: Dit jaar ben ik niet op vakantie geweest.


Ejemplo: Has estado alguna vez en Amsterdam?
Voorbeeld: Ben je wel eens in Amsterdam geweest?

Slide 21 - Slide

De vorm van de Presente perfecto

Slide 22 - Slide

¡A practicar!



Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

timer
10:00

Slide 23 - Slide

Vocabulario
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Los deberes 
p. 13 ejercicio 8, 9 y 10
p. 17 ejercicio 12 y 13

Slide 25 - Slide