Uitspreken: Spreek verwachtingen, gevoelens, meningen uit.
Ik vind het moeilijk om me te concentreren als de radio aanstaat
Bespreken: Wees nieuwsgierig, luister, vat samen, vraag door.
Hoe is dat voor jou …?
Afspreken: Maak een reële afspraak, die je allebei waar kunt maken.
We spreken dus af dat je je koptelefoon opzet als je muziek wilt horen.
Aanspreken: Doe dit als de ander de afspraak niet nakomt.
Ik merk dat je de koptelefoon niet meer gebruikt (...) enzovoort.